Ambtenarenpensioenfonds ABP betaalde vorig jaar €1,05 mrd aan prestatievergoedingen aan externe managers, oftewel 0,33% van het belegd vermogen. Dat is €131 mln meer dan in 2013 (een stijging van 0,8 basispunten).
Zo blijkt uit het maandag gepubliceerde jaarverslag van het grootste pensioenfonds van Nederland. Volgens het ambtenarenfonds kwam deze toename van de bonussen door een sterke outperformance van ‘Funded asset allocation Strategies’ en een absoluut hoog rendement bij private equity. Het rendement op private equity was 23,3%. Dat is overigens lager dan de benchmark die ABP bij private equity gebruikt. Die lag op 23,6%. Er werd in totaal € 582 mln aan prestatievergoedingen betaald bij deze beleggingscategorie.
Beleggingskosten
ABP had vorig jaar zo’n € 320 mrd onder beheer. De totale beleggingskosten (beheervergoeding plus bonussen) van ABP daalden in 2014 naar 0,74% van het beheerd vermogen. In 2013 lagen deze kosten op 0,76%. De kostendaling is onder meer te danken doordat er lagere fees zijn uitonderhandeld met externe managers en meer via intern beheer is gedaan, bijvoorbeeld bij private equity.
Ondanks deze daling liggen de kosten bij ABP nog steeds relatief hoog. Ter vergelijking zorgfonds PFZW, het op een na grootste pensioenfonds van Nederland, rapporteerde vorige week dat de beleggingskosten in 2014 zijn gedaald van 0,61% tot 0,54% van het belegd vermogen. Het rendement van PFZW was 15,5%.
Risico
ABP stelt in het persbericht dat kostenverlaging bij vermogensbeheer geen doel op zich is. ‘De kosten moeten altijd gezien worden in relatie tot risico en rendement’, aldus het pensioenfonds. Het rendement van ABP in 2014 was 14,5%.
APB stelt verder gekozen te hebben voor een ‘duurdere’ actieve beleggingsstijl om na kosten een hoger rendement boven de benchmark te realiseren. ‘Hiermee gepaard gaan wel hogere beheervergoedingen en met name ook prestatievergoedingen. Echter over de afgelopen vijf jaar heeft ABP hiermee € 12,1 mrd na kosten extra verdiend voor zijn deelnemers’, aldus het fonds in het jaarverslag.