De Nederlandse bankensector krijgt met de start-up Bunq voor het eerst in jaren een nieuwe concurrent. Het IT-bedrijf met bancaire ambities werkte tot nu toe in de luwte, maar staat klaar om betalingsverkeer aan consumenten te gaan verlenen.
Dat zegt oprichter en eigenaar Ali Niknam. Bunq test zijn betalingsdienst momenteel onder circa duizend bètagebruikers. Daarna wordt de applicatie voor alle consumenten beschikbaar. Die kunnen in circa vijf minuten een betaalrekening openen en daarna transacties uitvoeren.
Eerst consumenten dan bedrijven
Het is voor het eerst in tien jaar dat Nederland er een nieuwe aanbieder van bancaire diensten bij krijgt. De laatste was DSB Bank, en daarvoor Triodos, 35 jaar geleden. In 2012 ging weliswaar Knab van start, maar dat is een onderdeel van Aegon.
Bunq heeft in tegenstelling tot andere nieuwe initiatieven een bankvergunning van de Nederlandsche Bank (DNB) en valt onder het depositogarantiestelsel.
Liever geen bankiers
De plannen van Niknam met Bunq zijn groot. Na consumenten wil hij de diensten van Bunq ook uitrollen naar het bedrijfsleven. Daarna lonken andere andere Europese landen.
Niknam wil dat Bunq in niets lijkt op bestaande banken en wil dat zijn bedrijf volstrekt onafhankelijk blijft. Hij heeft inmiddels miljoenen gestoken in de bouw van een eigen IT-platform, in plaats van deze in te kopen. Ook neemt Bunq bij voorkeur geen mensen in dienst met bankierservaring. ‘Je kan niet dezelfde regels en oorsprong volgen als banken en denken dat je anders kan zijn’, aldus Niknam.