Na jaren procederen komt er in juli een vonnis in de grootste lopende collectieve rechtszaak voor een betere vergoeding in het woekerpolisdossier. Dat bleek na afloop van een dag vol pleidooien dinsdag in de slepende zaak.

Advocaten van de Vereniging Woekerpolis.nl, de grootste claimorganisatie rond de omstreden beleggingsverzekeringen, en van Nationale-Nederlanden kruisten de degens in een zaak waarin al duizenden pagina's dossiers heen en weer zijn gezonden. De vereniging wil een principiële uitspraak over de NN-polissen met de naam Flexibel Verzekerd Beleggen, die in de jaren negentig en begin van deze eeuw massaal zijn afgesloten.
Bijnaam
Kern van de zaak is de informatie die klanten kregen. Volgens advocaat Jens Maliepaard heeft 'NN de afnemers niet of onvoldoende voorgelicht over de kosten en inhoudingen', ofwel de kosten die de verzekeringen later de bijnaam woekerpolis hebben gegeven. Maar volgens NN is alles volgens de regels gegaan.
De zaak rond NN kan als voorbeeld dienen voor de overige collectieve zaken. Onlangs werd bekend dat ook twee andere organisaties, de Consumentenbond en Wakkerpolis, NN aanklagen. Ook andere verzekeraars zijn collectief gedagvaard. In een zaak van Woekerpolis.nl tegen Aegon, die over minder en vooral kleinere polissen gaat dan bij NN, komt er wellicht deze maand nog een vonnis.
Miljarden
Bedragen worden in deze zaken niet genoemd. Het is niet mogelijk collectief schade te claimen; dat is de tweede stap. De verenigingen spreken over vele miljarden als ze het over de schade hebben die de sector nog zou moeten vergoeden, bovenop de kleine €3 mrd die ze rond 2009 al hebben betaald.
Maliepaard zoomde in op drie punten die de oorzaak zouden zijn van 'het schrille contrast tussen de in de offertes genoemde opbrengsten en de daadwerkelijke opbrengsten', zoals hij het zelf formuleerde. Hij noemde het 'hefboom- in inteereffect': bij tegenvallende beleggingen volgt een extra tegenvaller omdat de in de polis gekoppelde verzekering voor overlijden dan duurder wordt. Daarvoor zou de klant niet zijn gewaarschuwd. Ook noemde hij de verkeerde rekenwijze van 'gemiddeld rendement' en verder wees hij op de verkeerde manier waarop NN oude rendementen had berekend, die tot voorbeeld voor de toekomst dienden in de offertes.
Toen advocaat Berry van Wijk (kantoor Houthoff) van NN antwoordde dat de aan de consument gemelde voorbeeldrendementen helemaal niet gebaseerd waren op rendementen uit het verleden, reageerde Maliepaard verbaasd. 'Als NN volstrekt willekeurige voorbeeldrendementen heeft gebruikt, dan is dat misleidend.'
'Meer hoefde niet'
Van Wijk ging vooral in op de regels die in de jaren negentig golden. Verzekeraars moesten toen de premie vermelden en de netto opbrengst op basis van voorbeeldrendementen, maar hoefden niet alle kosten te specificeren. Ze wees er fijntjes op dat nog in 2002 is overwogen om alsnog deze informatieplicht in te voeren, maar dat 'daarvan werd afgezien na onderzoek van het Nipo en op advies van de Raad van Financiële Toezichthouders'. Dat laatste was destijds de verzameling van de (voorgangers van) DNB en AFM.
'Opvatting over welke informatie relevant is, fluctueren. Dat maakt dat je niet met de kennis van nu naar het handelen van NN in de jaren negentig moet kijken', aldus Van Wijk. Ze wees erop dat de kosten destijds, door minder vergaande automatisering, ook daadwerkelijk hoger waren dan tegenwoordig. En verder zijn het vooral de tegenvallende beurzen die voor tegenvallende opbrengsten hebben gezorgd, was haar pleidooi.
Partijen gingen, aangespoord door de vele vragen van de president van de rechtbank, uitgebreid in op de juridische details van de zaak. Zo klaagde NN dat de eisen veel te algemeen geformuleerd zijn.
De president zei dat er op 19 juli een vonnis komt, en dat dat geen voorlopige datum is zoals vaak het geval is.