Het Duitse Siemens en het Franse Alstom hebben woensdag meer inzicht gegeven in de fusie van hun activiteiten voor treinenbouw.
De combinatie krijgt een beursnotering in Parijs, het hoofdkantoor voor hogesnelheidstreinen wordt in Parijs gevestigd. Daarentegen komen de hoofdkantoren voor automatisering en signaleringssystemen in Berlijn. Siemens krijgt een kleine meerderheidsbelang van 50,67% in het nieuwe fusiebedrijf. De structurele schaalvoordelen van de fusie worden geschat op € 4,7 mrd. Binnen vier jaar kan op € 470 mln op kosten worden bespaard.
De samenvoeging moet leiden tot een Europese treinenkampioen — zeg maar een Airbus op de rails — om de wereldwijde concurrentie het hoofd te kunnen bieden.
(Tekst gaat verder onder afbeelding.)

De partijen hadden dinsdagavond al bekendgemaakt dat ze een onderneming willen die actief is op zes continenten, 60.000 werknemers telt, een orderportefeuille heeft van ruim € 60 mrd en goed is voor een jaaromzet van € 15 mrd.
Joe Kaeser van Siemens en zijn Franse collega Henri Poupart-Lafarge traden gisteren goed voorbereid de internationale pers tegemoet. De vragen spitsten zich vooral toe op de Frans-Duitse verhoudingen: komt er een roulerend Frans-Duits leiderschap, waarom worden de hoofdkantoren tussen Parijs en Berlijn op deze manier verdeeld? Waarom krijgt Siemens net iets meer dan 50%, terwijl het om ‘een fusie tussen gelijken’ gaat?

Kaeser vindt het niet relevant wie precies de meerderheid heeft. Hij zegt abusievelijk dat Siemens 50,64% in de nieuwe onderneming krijgt. Dat had 50,67 % moeten zijn. ‘Zie je wel, ik weet zelfs het precieze getal niet’, zegt Kaeser. Het zijn slechts ‘formele, symbolische kwesties’, zo wenst hij te benadrukken. ‘We moeten de aardappel nog op de vork prikken’, zegt Kaeser om duidelijk te maken dat de deal nog maar net rond is en dat het echte werk nog moet beginnen. ‘Als de onderneming geen succes boekt, hebben we een groot probleem. Wordt het een succes, dan kent dat vele vaders.’
Lees ook
Met fusie Alstom en Siemens krijgt Europa een Airbus op de rails
Poupart-Lafarge valt zijn Duitse collega bij: ‘We vieren onze bruiloft en u vraagt ons al naar de baby’s.’ Nationaliteitskwesties zijn bij deze fusie niet aan de orde, willen de twee maar duidelijk maken: ‘Laten we daar niet door worden geobsedeerd’, zegt Poupart-Lafarge.
Kaeser stelt dat Siemens-Alstom een duurzame onderneming moet worden die de samenleving verder brengt. Hij uit kritiek op aandeelhouders die enkel uit zijn op kortetermijngewin. ‘Dat zijn de mensen die de wereld in tweeën splijten. Kijk naar de verkiezingen: we hebben te maken met een tweedeling in onze samenlevingen. We kunnen niet meer voor de korte termijn gaan’, aldus Kaeser. ‘Het gaat erom wat goed is voor Europa, voor onze werknemers en uiteindelijk ook wat het beste is voor onze aandeelhouders op lange termijn.’
Met de fusie ontstaat het op een na grootste concern voor treinenbouw. Het Chinese CRRC, in 2014 zelf ontstaan uit een fusie tussen twee Chinese treinfabrikanten, is op dit moment marktleider in een sterk gefragmenteerde markt.
(Tekst gaat verder onder afbeelding.)

Of de aangekondigde fusie ook gevolgen heeft voor klanten, omdat die minder aanbieders hebben, is niet duidelijk. ‘We volgen de ontwikkelingen. Het is echter te vroeg om er nu al iets inhoudelijks over te zeggen’, zegt een woordvoerder van de Nederlandse Spoorwegen. Om een groeiend aantal reizigers te kunnen vervoeren investeert NS fors in meer treinen. Sinds december 2016 heeft het Zwitserse Stadler 58 sprinters geleverd die nu dienst doen. Het Spaanse CAF levert 118 sprinters vanaf eind 2018. En vanaf 2012 levert Alstom 79 intercity’s.