Honderden Nederlandse bedrijven hebben de afgelopen jaren geen goedkeurende verklaring van hun accountant gekregen. Dat is te beschouwen als een serieuze waarschuwing. De buitenwereld kan niet vertrouwen op de jaarrekening van deze bedrijven. Hieronder zijn ook grote bedrijven met een jaaromzet van meer dan €100 mln.

Dit blijkt uit onderzoek van het FD in samenwerking met databedrijf Company.info. Het gaat om bedrijven waar accountants uiteindelijk afzien van een oordeel over de jaarrekening.
Tot de bedrijven die een accountantsverklaring met oordeelonthouding hebben gekregen, behoren installateur Breman (€223 mln omzet) en afvalverwerker Vada Dordrecht (€ 117 mln omzet). Andere voorbeelden zijn groothandel in groenten en fruit Roveg (€ 161 mln) en Juma Maastricht, een keten van juwelierszaken met een omzet van € 120 mln.
Gebrekkige beheersing
De redenen dat een accountant zich van een oordeel onthoudt zijn divers, maar de rode draad is dat de gecontroleerde bedrijven hun interne beheersing niet op orde hebben. Daarbij kan het gaan om een niet goed functionerend ict-systeem of het ontbreken van de juiste controles op de goederen- en geldstromen binnen een bedrijf. Het gevolg is dat de accountant niet in staat is om de omzet of balansposten zoals voorraden te controleren.
Afkeuring
In het ernstigste geval kan een accountant ook een afkeurende verklaring geven, maar dat is een zwaar middel dat in de praktijk weinig wordt gebruikt.
Een jaarrekening zonder accountantsoordeel biedt financiers, klanten en toeleveranciers weinig houvast. De accountant is er nu juist om de buitenwereld de zekerheid te geven dat de cijfers kloppen. In het ernstigste geval kan een accountant ook een afkeurende verklaring geven, maar dat is een zwaar middel dat in de praktijk weinig wordt gebruikt.
Jaren achter elkaar
Uit de steekproef door databedrijf Company.info van ruim 4400 bedrijven met vijftig werknemers of meer, bleek dat ruim 100 bedrijven in 2015 een oordeelonthouding kregen. Omdat de totale populatie van bedrijven in Nederland met meer dan 50 werknemers ruim 14.000 bedraagt, komt het totale aantal bedrijven met een oordeelonthouding waarschijnlijk op ruim 300. Steekproeven op eerdere jaren dan 2015 laten vergelijkbare aantallen zien.
In sommige gevallen onthoudt de accountant zich twee jaar of meer van een oordeel. Een voorbeeld is de Bela Group in Venlo, een afvaltransporteur die al sinds 2009 een oordeelonthouding krijgt van zijn accountant.
Lees ook
‘Als de situatie niet verbetert, nemen wij afscheid van de cliënt’
Een ander voorbeeld is N Vriesekoop, een pluimveeslachter, die volgens de databank van Company.info al sinds 2002 een oordeelonthouding heeft. N Vriesekoop laat overigens weten dat de situatie in 2016 is veranderd. ‘Onze nieuwe accountant, PKF Wallast, heeft onze jaarrekening goedgekeurd.’
Wisseling van accountant
Ook groothandel Roveg in Waddinxveen kreeg een oordeelonthouding. Volgens directeur Henk Roodenburg was het een incident. ‘Er was onenigheid met BDO over de controle. We zijn toen van accountant gewisseld, en kregen vervolgens een oordeelonthouding.’
Roveg stapte over naar QConcepts. ‘De nieuwe accountant kon nog geen oordeel geven over onze jaarrekening en balans, omdat de beginbalans ontbrak. De uitleg die we gaven aan de bank, was legitiem. De nieuwe accountant heeft ons inmiddels een goedkeurende verklaring gegeven.’
Opdracht teruggeven
‘Als een accountant twee à drie keer zo’n onthouding moet geven, kan hij beter de opdracht teruggeven’
Over de vraag hoe ernstig een oordeelonthouding is, lopen de meningen onder accountants uiteen. Marco Moling, eigenaar van een kantoor dat actief is bij mkb-bedrijven en voorzitter van belangenorganisatie Novak, spreekt van ‘een ernstige situatie’. Hij zegt: ‘De organisatie beschikt dan niet over de systemen waar een accountant voor zijn controle op kan steunen. Als een accountant twee of drie keer zo’n oordeelonthouding moet geven, kan hij eigenlijk de opdracht beter teruggeven.’
Arjan Brouwer, partner bij PwC en hoogleraar externe verslaggeving, vindt dat grote bedrijven hun zaken op orde moeten hebben. Is dat niet het geval, dan moet een accountant afscheid nemen. Hij is milder als het gaat om kleine bedrijven. ‘Dit verhaal geldt niet of minder voor het kleinere mkb met weinig werknemers. Daar kan de directeur-grootaandeelhouder zeggen: ik zie alles, ik heb geen formele procedures nodig. Vraag is nog wel of de bank er ook zo over denkt.’
Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
13 reacties
Het 'kleinere' MKB betreft overwegend bedrijven met een familiekarakter of ondernemingen met een of twee DGA's.
De jaarcijfers dáárvan zijn zelden representatief voor de werkelijke operationele gang van zaken. Hun cijfers worden vooral opgesteld met het oogmerk zo min mogelijk belasting af te hoeven dragen. Voorts is er in veel gevallen sprake van het in de administratie door elkaar lopen van zakelijke en privé kosten én hebben transacties en investeringen niet zelden een onzakelijk karakter.
De controle daarop door accountants- en administratiekantoren schiet regelmatig tekort. In de praktijk blijkt dat wenselijke corrigerende actie door de accountant of administrateur omwille van het behoud van de opdrachtrelatie vaak achterwege blijft. Dit draagt al jaren bij aan intransparantie in dit MKB segment met de nodige "verrassingen" voor leveranciers en financiers. Dit nog los van het feit dat de jaarcijfers vaak (veel) te laat verschijnen en in feite alleen nog maar een "geschiedenisboek" vormen.
Nieuwe technieken zijn al beschikbaar om de werkelijke gang van zaken 24/7 te monitoren. Die kan zowel de ondernemers als hun stakeholders na iedere maand-, of kwartaalafsluiting beter en actueel inzicht geven. Continuiteitsrisico's worden daarnee tijdiger gesignaleerd om adequate acties te nemen teneinde ongewenste situaties te voorkomen. Accountants, administrateurs én de ondernemers zelf moeten die aanpak omarmen om geloofwaardig én optimaal financierbaar te blijven. Vooral nu in het kleinzakelijke segment de aanvragen voor financieringen steeds meer geautomatiseerd worden afgehandeld.
De goedkeurende accountantsverklaring is vaak een wassen neus. Gecombineerd met de sterk toenemende verplichtingen van accountants, resulteert deze verklaring in een onnodige kostenpost van (lokale) overheden en het bedrijfsleven. Vaak genoeg is achteraf gebleken dat ook bij een goedkeurende verklaring de risico's voor externe partijen niet goed inzichtelijk zijn gemaakt. Het wordt hoog tijd voor afschaffing van deze goedkeurende verklaring. Gecombineerd met sneller en zwaarder straffen van bestuurders indien externe partijen nadeel ondervinden bij een onjuiste weergave van zaken.
Het belang van een accountantsverklaring wordt in dit artikel zwaar overdreven. Vooral de zin:" Een jaarrekening zonder accountantsoordeel biedt financiers, klanten en toeleveranciers weinig houvast". getuigt van overschatting van het belang van een accountantsverklaring. Klanten en toeleveranciers werken met ratings van kredietbeoordelaars zoals Graydon, Dun & Bradstreet etc. Voor hen zijn vele andere zaken van veel groter belang dan een accountantsverklaring. Banken zullen voor een kredietaanvraag zelf een onderzoek uitvoeren. Bij een bestaande kredietrelatie kijken ze naar eigen ervaringen, rapportages en periodieke gesprekken.
Een accountant is ook maar een mens. Hij moet afgaan op wat hem wordt voorgeschoteld en wat hij om zich heen ziet.
Veelal werkt hij "in alle rust" in een aparte ruimte. Voor informatie is hij van een of enkele personen afhankelijk.
Samenwerking/spanning in het bedrijf is uiterst moeilijk op tafel te krijgen of te zien voor de accountant.
Dit geld ook voor grotere bedrijven met een overheersende direktie en de groep daaromheen met eigen belangen.
De subtitel "rood licht voor honderden mkb-bedrijven" was onnodig opstokend en lijkt in de online-versie inmiddels verwijderd. Van MKB bedrijven tot een bepaalde omvang mag niet worden verwacht dat hun stelsel van maatregelen van interne controle toereikend is voor de accountant om een goedkeurende accountantsverklaring op te baseren. Onthouding van oordeel is op geen enkele manier een indicatie dat er materiele fouten in de jaarrekening zijn. Voor organisaties met meer omvangrijke organisatiestructuur en omvangrijkere activiteiten lijkt het inderdaad ongewenst om bij voortduring jaarrekeningen te publiceren met een oordeelonthouding van de accountant. Maar uiteindelijk is het aan de werknemers, financiers, klanten en leveranciers zelf om conclusies te trekken over de risico's die zij willen lopen door met deze bedrijven een verbintenis aan te gaan. Kennelijk interesseert het de stakeholders van de als voorbeeld genoemde afvaltransporteur en pluimveeslachter weinig. Dat geeft meteen ook een indicatie hoe weinig waarde de jaarrekening en de accountantsverklaring in het economisch verkeer heeft.
Sinds de Enron/Arthur Andersen ben ik nooit meer een accountant tegengekomen die mijn jaarrekening wilde goedkeuren. Ze gaven volmondig toe dat dit niet te maken had met mijn boekhouding, maar dat dit hun bedrijfsbeleid was.
Ik heb ook voor musea gewerkt waar accountants de jaarrekening wel goedkeurde terwijl juist daar de administratie niet klopte (en dat is een understatement).
Laten we daar ook eens over schrijven in plaats bedrijven in een kwaad daglicht te zetten.
Een accoutant geeft vaak een verklaring met oordeelsonthouding als deze niet zelf ook de voorgaande controle heeft gedaan. Als je als organisatie van accountant wisselt zal er dus veelal een oordeelsonthouding zijn. Dat in combinatie met de veelgehoorde visie dat je iedere 5 jaar van accountant zou moeten wisselen om te zorgen voor een vernieuwend en en onafhankelijk beeld, maakt dat het voorkomen van een oordeelsonthouding niet altijd negatief hoeft te worden uitgelegd.
En natuurlijk gebeurd dat nooit in werkelijkheid: een accountant die zijn goedkeurende bevoegdheid gebruikt om betaling van een bovenmatige factuur te forceren. Of vergis ik mij?
Ik hoor (en lees hierboven ook) vaak het argument van het feit dat dit kleine bedrijven betreft. Wij hebben het echter over bedrijven die kwalificeren als middelgroot. Dat is een balanstotaal van meer dan 6 miljoen, meer dan 12 miljoen omzet en meer dan 50 medewerkers (2 van de 3 criteria). De wetgever heeft nu eenmaal bepaald dat bedrijven met deze omvang verplicht een controleverklaring moeten hebben. Hierbij heeft de wetgever ook rekening gehouden met de belangen van stakeholders (en dat is niet alleen de financier). Dit is dus in mijn ogen een non-argument. Het argument dat de DGA alles zelf ziet gaat ook volledig voorbij aan andere stakeholders.
Overigens kan de accountant ook een controle op een beginbalans uitvoeren. Dus de opvolging van accountant hoeft zeker geen argument te zijn voor een oordeelonthouding.
Het is een dolgedraaid mechanisme. Het is bedoeld een getrouwe weergave te geven van de cijfers van het bedrijf, maar het is slechts een moment opname en daarom louter schijn. De bedrijven die een ( goedkeurende) accountantsverklaring ontvingen en binnen het jaar failliet gingen of nog gaan zijn talrijk ( o.a.Imtech). Overregulering en belastend voor een overgrote groep goedwillende ondernemers. De paar procent frauderende ondernemers zijn echt niet onder de indruk van deze dure poppenkast , maar veel ondernemers zijn wel veroordeeld onderdeel te zijn van deze belastende waanzin. Moraliteit kun je niet altijd afdwingen met wet en regelgeving.
Vada is geen afvalverwerker, maar schroot handelsbedrijf of recycle bedrijf.
@Nick, het komt voor bij handelsbedrijven bijvoorbeeld in de automotive dat een naar verhouding beperkte hoeveelheid transacties al leid tot 12mio omzet en 6 mio balanstotaal. I.t.t. een bedrijf die 12 mio+ omzet moet halen en 6 mio/50 medewerkers moet hebben vanuit uren verkopen. Eerstgenoemde zullen dan ook vaker de AOIB niet dusdanig hebben ingericht dat iets over de volledigheid gezegd kan worden.
@VD Kroft - waarschijnlijk heeft u, uw mening al klaar of een keer iets meegemaakt. Desalniettemin een reactie :). Een oordeelonthouding kost dusdanig veel extra tijd. Je moet immers onderbouwen dat je geen oordeel kan vormen over posten in de jaarrekening. Het is niet zo dat iemand simpel weg opschrijft dat de beste accountant vindt dat geen oordeel gevormd kan worden. Hier gaat een proces aan vooraf om de onzekerheid zo goed als mogelijk in te dammen - en zo mogelijk op een verklaring met beperking te komen. Wanneer men naar de controle standaarden kijkt moet voor de 'beweringen' bij een post waar wel zekerheid bij verkregen kan worden (veelal juistheid)) gewoon de werkzaamheden verricht worden.
Daarbij komt nog dat bij veel accountantsorganisaties een interne review verplicht is omdat je met een dergelijke verklaring een stevig signaal afgeeft.
In mijn praktijk als Interim manager voor bedrijven met complexe kapitaal en goederen stromen, moet ik nog steeds vaak constateren dat goed en actueel boeken van de voortgang, de uren en het materiaalverbruik niet consequent worden uitgevoerd. Vaak omdat het als omslachtig en als administratieve balast ervaren wordt. Gevolg: Niet kloppende voorraden en nog erger, geen inzicht in het onderhanden werk. Oorzaak is in vrijwel alle gevallen niet dat het ERP systeem gebrekkig is, maar dat de boekingsprocessen niet volledig geïmplementeerd zijn en/of de boekingsdiscipline ontbreekt. Dit soort bedrijven hebben vaak ook een matige efficiency.
Het gebrekkig boeken is een probleem voor de accountantsverklaring, maar ook voor alle verdere stappen richting vergaande productieautomatisering, mensarm produceren en implementatie van industrie 4.0.
Reactie niet ok? Meld misbruik bij de redactie.