De zakelijke elite van Rotterdam stuwde tachtig jaar geleden voetbalclub Feyenoord én de stad op in de vaart der volkeren. Nu er een nieuw stadion nodig is, blijft het stil. Wie treedt in de voetsporen van 'D.G.', 'K.P.' en de andere beroemde leden van de Club Rotterdam?
Het FD bracht de mannen van toen bijeen voor een groepsportret. Van links naar rechts: Jacques Schoufour, Willem Cornelis Mees, Wim de Monchy, Job Dura en Karel Paul van der Mandele. Zittend: Daniël George van Beuningen.Beeldbewerking: Studio FD; Foto's: iStock/HH
Hij was geen voetballiefhebber, maar toch eren ze hem in de Kuip nog steeds. Aan de Olympiazijde staat een bescheiden borstbeeld van de man die in de jaren dertig van de vorige eeuw de bouw van dit monumentale stadion stimuleerde én meefinancierde. Daniel George van Beuningen is zijn naam, de toenmalige baas van de Steenkolen Handels-Vereeniging (SHV), havenbaron en vermogend stadsweldoener.
Welke Rotterdamse ondernemer, of groep ondernemers, krijgt in het nieuw te bouwen stadion van Feyenoord een prominente herinneringsplek als grote stimulator van een €365 mln kostend stadion aan de Maas? Wie steekt daar eigen geld in, net zoals 'D.G.' dat deed, samen met andere Rotterdamse prominenten als Karel Paul van der Mandele ('K.P.'), voorzitter van de Rotterdamsche Bankvereeniging en de Kamer van Koophandel?
Borstbeeld
Het gebeeldhouwde hoofd van D.G. van Beuningen in De Kuip, het huidige stadion van Feyenoord.
Want ook nu is het in de plannen nadrukkelijk de bedoeling dat er geld van maatschappelijke organisaties en ondernemers uit Rotterdam en de regio komt. Hoeveel precies is onduidelijk, maar in totaal zijn enkele tientallen miljoenen euro's aan privaat geld nodig voor de nieuwe voetbaltempel, onderdeel van het megaproject Feyenoord City 'op Zuid'.
Draagvlak
De bemoeienis van zakelijke prominenten is ook belangrijk voor het draagvlak. Een deel van de supporters van de voetbalclub verzet zich hardnekkig tegen Feyenoord City, zeker nu is gebleken dat het stadionontwerp moet worden aangepast omdat de hausse in de bouwsector de kosten opdrijft. Renovatie van de oude, vertrouwde Kuip lijkt StadionopZuid, zoals de groep zich noemt, een veel beter idee.
Maar Feyenoord City is meer dan alleen een nieuw stadion. Het project, dat tevens de bouw van hotels, winkels en woningen omvat, dient volgens de initiatiefnemers ook een maatschappelijk doel: het in sociaal-economisch opzicht achterblijvende 'Zuid' vooruit helpen.
Net als in de crisisjaren dertig bij De Kuip het geval was.
Financiering: drie bronnen
De bouw van het nieuwe stadion aan de Maas wordt gefinancierd uit drie verschillende bronnen. Het grootste deel - een bedrag ter grootte van €254 mln - is vreemd vermogen. Dat moet komen van een bankenconsortium dat wordt geleid door de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs. De onderhandelingen hierover zijn nog steeds gaande. Daarbij speelt een rol dat de 'business case' - jargon voor haalbaarheidsstudie - opnieuw onder de loep moet worden genomen. Het internationale adviesbureau ISG, gespecialiseerd in de analyse van stadionplannen, heeft geconstateerd dat in de plannen van Feyenoord City sommige inkomsten te hoog en andere te laag waren ingeschat.
De tweede financieringscomponent bestaat uit cumulatief preferente aandelen (zonder stemrecht). Het gaat om een bedrag van €100 mln. Dit moet komen van institutionele beleggers (pensioenfondsen, verzekeraars), maar ook van private investeerders, waaronder investeringsvehikels van vermogende families ('family offices') en kleinere investeerders die onder een gezamenlijke paraplu handelen ('feeder funds'). Hierbij mikt Feyenoord City ook op ondernemers en families uit Rotterdam.
Als derde financieringsinstrument komen aandelen in beeld. In de plannen is hiervoor €90 mln ingeruimd. Hiervan komt €40 mln voor rekening van de gemeente Rotterdam. Verder is het de bedoeling dat de Feyenoord-familie (profclub Feyenoord, Stadion Feijenoord en de amateurclub Feyenoord) €20 mln opbrengen. De resterende €30 mln van het eigen vermogen willen de plannenmakers ophalen bij private investeerders. Daartoe behoren maatschappelijke organisaties en ondernemers uit Rotterdam, maar ook uit andere delen van het land.
Bevrijding van achterstelling
In de biografie van Harry van Wijnen over Van Beuningen valt te lezen dat deze 'grootvorst aan de Maas' - tevens de titel van het in 2004 verschenen boek - hoopte dat de bouw 'het stadsdeel ten zuiden van de rivier zal bevrijden van het gevoel van sociaal-culturele achterstelling'. Van Beuningen wist uiteraard niet dat het vertrek van de traditionele havenwerkers in de jaren zestig en de komst van bewoners met een migrantenachtergrond vervolgens tot nieuwe achterstandsproblemen zou leiden.
Staat er in Rotterdam een nieuwe Van Beuningen op? In de zakelijke netwerken in de stad wordt met een zekere heimwee teruggedacht aan de tijden dat havenondernemers en bankdirecteuren als onderkoningen van Rotterdam menig groot project van de grond tilden.
'De betrokkenheid van ondernemers bij de ontwikkeling van Rotterdam als stad en haven was groot', zegt historica Hilde Sennema van de Erasmus Universiteit. Zij doet momenteel onderzoek naar de rol die het Rotterdamse bedrijfsleven heeft gespeeld in de opbouw van de stad. Een kerngroep van daadkrachtige havenondernemers en bankdirecteuren was betrokken bij niet alleen De Kuip, maar ook bij Robeco, het Havenziekenhuis, de Nederlandse Economische Hogeschool (tegenwoordig Erasmus Universiteit), diergaarde Blijdorp, Museum Boijmans Van Beuningen, tuindorp Vreewijk, het hippische evenement CHIO en zelfs het Hilton-hotel.
Richesse oblige
In zijn boek Particuliere plannen (1998) ziet planoloog Len de Klerk 'richesse oblige' als belangrijke drijfveer voor de elite uit de jaren van Van Beuningen en Van der Mandele. De bovenlaag voelde zich volgens hem verantwoordelijk voor het economisch, sociaal en cultureel welvaren van de stad.
'Vooral Van der Mandele was vele decennia de grote regelaar in Rotterdam', zegt Sennema. Bedrijfseconoom Arriëtte Dekker beschrijft hem in een jubileumboek van de Club Rotterdam uit 2013 als 'een fenomeen dat zaken wist af te dwingen' en als 'de ongrijpbare sphinx met zijn ontelbare hoeveelheid petten op'.
Mannen als Van Beuningen, Van der Mandele, Willem Cornelis Mees, Wim de Monchy en later Job Dura sr. en Jacques Schoufour hebben in Rotterdam een legendarische status gekregen. De zakelijke bovenlaag trof elkaar elke maand in de Club Rotterdam, een gezelschap van leidende figuren 'uit den handel' dat in 1928 werd opgericht. 'Een soort schaduwkabinet van Rotterdam', zegt Sennema.
De Club Rotterdam bestaat nog steeds. Een van zijn leden, voormalig regiodirecteur van ABN Amro in Rotterdam Hans ten Cate, kent de verhalen uit vervlogen tijden. 'Zo moest er geld komen voor nieuwe kroonluchters in De Doelen. Van der Mandele belde dan bedrijven en vertelde iedereen welke bijdrage er van hem werd verwacht. Discussie was niet mogelijk.'
Niet zonder slag of stoot
Op 7 maart 1934 komt voor Daniel George van Beuningen de ommekeer, zo valt in de biografie van Harry van Wijnen te lezen. Dan raakt de Rotterdamse havenbaron, die meer heeft met de zeilsport, in de ban van Feijenoord en voetbal als het bestuur van de voetbalclub hem bezoekt en een plan voorlegt voor de bouw van een nieuw stadion. 'Fatsoenlijke, solide kerels', noemt Van Beuningen het uit drie mannen bestaande bestuur.
Hij ziet grote voordelen: vooruitgang voor het achtergebleven Rotterdam-Zuid én werkgelegenheid in een door de crisis zwaar geraakt Rotterdam. De baas van de Steenkolen Handels Vereeniging heeft ook al grond beschikbaar waarop het nieuwe stadion gebouwd kan worden: een terrein ten zuiden van de rivier in de Varkenoordse polder, dat in bezit is van Van Beuningen.
De havenbaron legt een grote daadkracht aan de dag. Nog voor het einde van de week is er een comité samengesteld met leidende mannen uit de Rotterdamse havenelite. Verder ondertekenen 43 vooraanstaande Rotterdammers een petitie aan de gemeente waarin gepleit wordt voor de bouw van het stadion.
Van Beuningen wil zelf 200.000 gulden steken in de bouw, waarvan de kosten zijn vastgesteld op 1,4 mln gulden, Daarnaast wil hij eventueel een lening van 100.000 gulden verschaffen. Nadat de plaatsing van een obligatielening is mislukt, verhoogt hij zijn inleg nog eens. In de financiële planning wordt er overigens rekening mee gehouden dat het stadion 25 jaar lang verlieslatend zal zijn.
Feijenoord-leden ageren fel tegen het plan om de Amsterdamse (!) architect Jan Wils - hij ontwierp ook het Olympisch Stadion - in te schakelen. Uiteindelijk gaat het bestuur overstag krijgt de Rotterdamse architect Leendert van der Vlugt de opdracht.
Een andere tegenslag doet zich voor als de onder curatele staande gemeente financieel niet bij machte blijkt de beloofde infrastructuur rond het stadion aan te leggen. Van Beuningen is furieus, maar weet volgens zijn biograaf Harry van Wijnen via Haagse connecties gedaan te krijgen dat hij de aan de gemeente een lening van 600.000 gulden mag verstrekken voor de infrastructuur.
Op 27 maart 1937 is de feestelijke opening van wat later De Kuip is gaan heten.
De aanslagen van Van der Mandele
De verzoeken van Van der Mandele werden 'aanslagen' genoemd. Stuwadoor Jacques Schoufour was een van de slachtoffers bij de kroonluchters. Dekker beschrijft dat hij dacht 5000 gulden te moeten bijdragen, maar dat Van der Mandele 35.000 gulden verordonneerde; niemand durfde er tegenin te gaan.
Schoufour, een van de laatste echte havenbaronnen met een sociaal hart, bleek zelf ook een meester in geld bijeensprokkelen. Zo kwam het voor dat ondernemers een uitnodiging kregen voor een lunch en na afloop lag er onder hun bord een briefje met de gewenste bijdrage voor een goed doel.
Ledenlijsten van de Club Rotterdam zijn er niet, maar uit het onder leden verspreide jubileumboek uit 2013 blijkt dat veel (voormalige) ceo's van grote ondernemingen in Rotterdam er lid van waren - en vermoedelijk nog steeds zijn. Een greep uit de 87 leden in 2013: Eelco Hoekstra van tankopslagbedrijf Vopak, Jan Valkier van rederij Anthony Veder, Peter Goedvolk (ex-Argos), Hans Vervat van Matrans, Ben Vree (ex-Smit Internationale) en Job Dura jr. van bouwer DuraVermeer.
Maar het nieuwe stadion en Feyenoord City hebben te maken met een ander tijdsgewricht dan destijds De Kuip.
'Zo fondsen werven kan niet meer'
'In de huidige tijd is die manier van fondsen werven niet meer mogelijk', zegt Hans ten Cate. 'Het bedrijfsleven in de Rotterdamse haven is ingrijpend veranderd.' Plaats van handeling: het voorname sociëteitsgebouw in jugendstil van de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging 'De Maas' aan de Veerdam. 'Alleen voor leden. Members only', luidt het opschrift bij de entree. Binnen foto's nemen is verboden. Ten Cate: 'De meeste havenondernemers waren voor en vlak na de oorlog eigenaar van hun bedrijf en konden vrij beslissen over wat ze met hun geld deden. Dat is niet meer het geval.'
Het sociëteitsgebouw van de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging 'De Maas' bij de Rotterdamse Veerhaven.Foto: Pieter Lalkens
Veel ondernemingen in de haven - denk aan containerterminals als ECT en RWG en chemieproducenten Huntsman en Lyondell - zijn in buitenlandse handen en worden geleid door ceo's die verantwoording moeten afleggen aan aandeelhouders en hoofdkantoren in Hongkong, Dubai of Houston. Veel topmanagers in de haven wonen ook niet in Rotterdam.
Kleiner persoonlijk mandaat
'De directeur heeft een kleiner persoonlijk mandaat', zegt Jacob van der Goot, tot 2015 directeur van ABN Amro in Rotterdam en voorzitter van 'De Maas'. 'De aandeelhouder zegt dan: “Geef mij maar dividend, dat besteed ik eventueel zelf wel aan goede doelen.” Verder is het niet meer van: stuur de rekening maar naar mij. Het gaat bij het nieuwe stadion ook om heel veel geld.'
‘Het is niet meer van: stuur de rekening maar naar mij’
Jacob van der Goot, oud-directeur van ABN Amro in Rotterdam
Daar komt volgens hem nog bij dat veel bedrijvigheid in de haven naar de Maasvlakte is vertrokken, op tientallen kilometers afstand van de stad. 'Haven en stad zijn gescheiden netwerken geworden.' Van der Goot ziet nog andere ontwikkelingen: 'Het keurslijf is strakker: meer regels en meer intern toezicht.' De nadruk is sterk op de resultaten komen te liggen. 'Dat is niet bevorderlijk voor grootse donaties.'
Ten Cate wijst op de afgenomen invloed van de Club Rotterdam. 'Het is nog steeds het meest exclusieve netwerk van de stad. Maar de invloed van de eerste decennia van haar bestaan heeft het niet meer.' Concrete initiatieven zijn er sinds de jaren zestig niet meer uit voortgekomen.
Van de Club Rotterdam en zijn leden hoeft Feyenoord City weinig te verwachten wat betreft de financiering. 'Het staat niet op de agenda van de Club als geheel', zegt Ben Vree, oud-ceo van Smit Internationale en lid van het exclusieve gezelschap. 'Het is een netwerkclub. Een hoger doel is er niet.'
De hoop heet Cees de Bruin
Is er dan helemaal geen zicht op een stuwende kracht? Is er geen nieuwe Van Beuningen die de kar financieel trekt en Rotterdam aan een nieuw icoon helpt? Er is hoop. In zakelijke kringen wordt gewezen op Cees de Bruin, president-commissaris van Stadion Feijenoord en eigenaar van investeringsmaatschappij Indofin.
De Bruin, die in 2016 investeerde in zijn eigen museum voor moderne kunst in Portugal, heeft zelf gepleit voor een actievere rol voor ondernemers in de stad. 'Elkaar een beetje helpen', noemde hij dat in 2012 in de Van Beuningen-lezing. Met een zekere weemoed blikte De Bruin hierin terug op de periode-Van Beuningen: de stad hielp de ondernemer en de ondernemer hielp de stad.
Cees de Bruin, eigenaar van de Rotterdamse investeringsmaatschappij Indofin. Wordt hij de nieuwe Van Beuningen?Foto: Michel de Groot
Maar niemand weet of de grondlegger van Indofin het financiële vliegwiel zal zijn bij het nieuwe stadion en Feyenoord City. Want De Bruin acteert net als Van Beuningen het liefst op de achtergrond. 'Ik werk graag in een zekere anonimiteit', zei hij in in juli 2016 in een groot interview in het FD.
De Bruin, die internationale contacten op hoog niveau onderhoudt, heeft als een van de rijkste Rotterdammers (het tijdschrift Quote schat zijn vermogen op €1,2 mrd) het geld om Feyenoord City te stutten. Bovendien kijkt Van Beuningens geest mee over zijn schouder: De Bruin opereert vanuit het voormalige kantoor van SHV aan de statige Westerkade in Rotterdam.
'Zonder De Bruin geen hype'
Invloed heeft de miljardair zeker. Hij drong in 2015 als voorzitter van Rotterdam Partners aan op een echt Rotterdams investeringsfonds voor start-ups. Enkele maanden later was dat fonds er, met steun van Havenbedrijf Rotterdam, investeerder Peter Goedvolk (die een verdieping onder De Bruin kantoor houdt) en reder Jan Willem Doeksen.
De ceo's uit de haven lijken bij het nieuwe stadion dus buiten beeld. Moet het van de nieuwe rijken komen? Van Michel Perridon bijvoorbeeld, de 'selfmade' ondernemer die de computeraccessoires van Trust tot een succes maakte en onlangs verkocht?
'Ik ben wel benaderd', zegt Perridon. 'Maar zolang Cees de Bruin er zelf geen €15 mln of €20 mln in steekt, komen andere investeerders niet over de brug.' Zonder De Bruin ontstaat er volgens Perridon 'geen hype'. 'Alles draait om vertrouwen. Ik zie weinig beweging nu. Er is wel animo bij ondernemers, maar er is ook terughoudendheid door de grote onzekerheid.'
Dat lijkt nog even zo te blijven, want De Bruin doet er desgevraagd het zwijgen doe.
De Vrienden
Ook de circa dertig ondernemers, verenigd in Vrienden van Feyenoord, die in de periode 2010-2012 de voetbalclub Feyenoord voor een faillissement behoedden met een geldinjectie van €32,5 mln, houden de kaken stijf op elkaar. Een van hen, Pim Blokland, verklaart: 'Er lopen momenteel zoveel discussies over het plan dat het mij niet verstandig lijkt mij hierin te mengen, omdat dit wellicht van invloed zou kunnen zijn op bepaalde groeperingen.'
€32,5 mln
Dit bedrag staken ondernemers verenigd in Vrienden van Feyenoord in de club
Harald Swinkels dan, die zijn energieonderneming NLE onlangs verkocht? 'Bij mij zijn ze niet langs geweest voor een eventuele investering', laat Club Rotterdam-lid Swinkels weten. 'Ik ben wel pro-Feyenoord, maar plat investeren in een stadion trekt me minder.' Voor Swinkels is, zegt hij zelf, belangrijk dat er hogere doelen aan gekoppeld zijn. 'Bijvoorbeeld meer mensen aan het sporten krijgen.'
Daarmee slaat Swinkels de spijker op zijn kop, stelt Frans Lavooij, ceo van Nedspice en opgegroeid in Rotterdam-Zuid. 'Het nieuwe stadion moet breder worden getrokken. Het moet duidelijker worden dat niet alleen voetballiefhebbers er iets aan hebben, maar dat het project ook een sociaal doel heeft. Dat het goed is voor de hele stad.' Hij wijst op de sociale paragraaf die bedrijven hebben in hun jaarverslag. 'Die samenhang moet meer voor het voetlicht worden gebracht.'
Artistieke impressie van Feyenoord City.Illustratie: Feyenoord City.
Hippische Alliantie
Lavooij baseert zich op zijn vroegere ervaringen als voorzitter van het CHIO, het jaarlijkse hippische evenement in het Kralingse Bos dat in 1948 door bouwondernemer Job Dura sr. in het leven werd geroepen. Voor de bouwplannen voor de 'grandstand', een grote tribune met ruimtes waar bedrijven gezelschappen kunnen uitnodigen, moest er €5 mln op tafel komen. Lavooij: 'Om duidelijk te maken dat de paardensport niet alleen voor de welgestelden in Kralingen is, hebben we de Hippische Alliantie opgezet. Daarbij profiteren ook de breedtesport en de gehandicaptensport van de nieuwe hippische voorziening.'
Diverse ondernemers droegen vervolgens bij aan de financiering in de vorm van garanties, met voortrekkers als Job Dura jr. en Jan Valkier (Anthony Veder). De familie De Bruin heeft bij het CHIO overigens ook haar inbreng: Belle de Bruin, dochter van Cees, is er voorzitter.
Volkskracht
Die sociale impact, zoals dat heet, telt ook voor voorzitter Jacqueline Frima van Stichting Bevordering van Volkskracht. 'We vinden het belangrijk dat er dingen gebeuren op Zuid', zegt Frima in een gesprek op de 29e verdieping van een kantoortoren tegenover het Centraal Station. Maar dat is niet per se hetzelfde als een stadion meefinancieren.
Volkskracht, zoals de organisatie kortweg wordt genoemd, is het bekendste en grootste fonds in Rotterdam. Het ontstond in 1923 op initiatief van de in 1933 overleden scheepsbevrachter Willem Burger. Veel illustere ondernemers uit het verleden hebben er een deel van hun vermogen aan nagelaten. 'Geen stad in Nederland beschikt over zoveel fondsengeld als Rotterdam', zegt oud-ABN Amro-directeur Hans ten Cate. Uit het laatste jaarverslag blijkt dat Volkskracht en daarbij aangesloten fondsen over een vermogen beschikken van €154 mln.
‘Geen stad in Nederland beschikt over zoveel fondsengeld als Rotterdam’
Voormalig bankier Hans ten Cate
Volkskracht en Feyenoord hebben een bijzondere band. De eerste voorzitter van Volkskracht was - hoe kan het ook anders - Van der Mandele. Volkskracht droeg een zesde van de bouwkosten van de Kuip (totaal 1,4 mln gulden) bij. In 1994 droeg de stichting nog eens 250.000 gulden bij aan de renovatie van de Kuip en 100.000 gulden aan het voetbalmuseum van Feyenoord.
'We kunnen het verschil niet meer maken'
Maar die steun is nu onwaarschijnlijk. Jacqueline Frima, in het dagelijks leven rechter, zegt hierover: 'Een bijdrage aan de bouw van het nieuwe stadion valt niet binnen onze doelstelling. De bouwsom is bovendien gigantisch geworden. We kunnen daardoor niet meer het verschil maken, wat in 1934 nog wel kon.'
Volkskracht wil eventueel wel een bijdrage voor sociale en sportieve projecten op Zuid overwegen, zoals speelplaatsen in de wijk of voetbal- en basketbalvelden. 'Daar hebben we meerwaarde. De tijd is anders geworden.'
Het zijn overigens niet alleen overleden ondernemers wier geld in een fonds is ondergebracht. Martijn van der Vorm, de man achter investeringsmaatschappij HAL - ooit een trotse Rotterdamse rederij - is met de stichtingen Droom en Daad en Verre Bergen zeer actief in Rotterdam. De eerste wordt geleid door oud-Rijksmuseum-directeur Wim Pijbes, de tweede door Roelof Prins (ex-HAL en NPM Capital).
HAL
Soms vloeien daar aanzienlijke bijdragen uit voort, waaronder de financiële injectie van €20 mln in het nieuwe Collectiegebouw van Museum Boijmans Van Beuningen. Pijbes mag ook miljoenen besteden aan projecten voor een landverhuizersmuseum en het opknappen van een park. En het nieuwe stadion? In een reactie laat Verre Bergen-directeur Prins weten over eventuele steun geen uitspraken te kunnen doen, omdat dit 'nog lopende' is.
Vooralsnog dient zich dus geen nieuwe D.G. van Beuningen aan, en lijkt de Rotterdamse cultuursector het beter voor elkaar te hebben dan de voetballerij. Het wachten is op Cees de Bruin. Als president-commissaris van Stadion Feijenoord is hij voorstander van een nieuwe voetbaltempel aan de Maas. Nu moet hij laten zien dat de investeerder De Bruin dat ook een goed idee vindt.
Frans Lavooij ziet hoe dan ook mogelijkheden genoeg. De nieuwe Van Beuningens hoeven niet per se in Rotterdam te wonen, stelt hij. ‘Sympathisanten van Feyenoord kom je niet alleen tegen op Rotterdamse borrels. Ze zitten ook in Breda, Tilburg en Ridderkerk.’