
Europese overheden moeten de uitrol van 5G-netwerken stimuleren en niet alleen maar streven naar de hoogste opbrengst bij de veiling van de licenties. Dat zegt Roger Dassen, cfo van ASML dinsdagavond tijdens de uitreiking van de FD Henri Sijthoff-prijs voor de beste financiële communicatie.
Gastspreker Dassen ziet 5G, de nieuwste generatie mobiel internet, als aanjager voor nieuwe technologieën als autonoom rijden en kunstmatige intelligentie. ‘Europa lijkt in dit kader de boot te missen,’ waarschuwt Dassen. ‘De uitrol hier vindt aanmerkelijk trager plaats dan in bijvoorbeeld de VS en China’.
De ASML-bestuurder wijst op de uitkomsten van recente 5G-veilingen in Duitsland en Italië, waarbij de schatkist miljarden kan incasseren voor de verkoop van frequenties. ‘De juichstemming over de hoge opbrengsten van 5G-frequenties zullen een pyrrusoverwinning blijken,’ zegt hij daarover.
De topman van Vodafone Duitsland zei onlangs al dat door de dure veiling de uitrol van 5G achterblijft. ‘Penny wise, pound foolish,’ noemt Dassen het overheidsbeleid. Hij roept dan ook beleidsmakers op in Europa alsnog tot een snelle uitrol te komen.
Volgens Dassen moet Europa alles op alles zetten om een belangrijke rol te spelen in wat hij de mondiale tech war noemt. ‘Willen we ons associëren met Brainport of met Giethoorn?’, aldus Dassen retorisch.

Om innovatie aan te jagen zijn volgens Dassen fiscale wijzigingen nodig. Zo zouden overheden de beloning in aandelen fiscaal vriendelijker kunnen maken. Ook zou er belastingvoordeel moeten komen voor durfkapitaal.
Betere innovatieve ecosystemen
Verder is Dassen voorstander van technologische ecosystemen in Europa, waarbij grote en kleine bedrijven rondom een universiteit gehuisvest zijn en van elkaars aanwezigheid profiteren. Hij verwijst daarmee naar de omgeving van ASML zelf. ‘Het campus-idee in Nederland blijkt goed te werken,’ zegt Dassen. ‘Brainport Eindhoven bewijst dit nu al een aantal jaren.’
Door in te zetten op enkele hubs kan Europa beter de concurrentie aan met China en de VS. In die hubs moet meer aandacht komen voor start-ups en scale-ups. ‘Die zijn essentieel voor het creëren van innovatieve ecosystemen,’ aldus Dassen. Nu zit veel onderzoek en ontwikkeling in Nederland en Duitsland bij een beperkt aantal grote bedrijven.
Ook is het belangrijk om een goed leefklimaat te creëren rondom deze hubs. ‘Voor ASML zijn investeringen in huisvesting, sport en cultuur van levensbelang.’
Winnaars Sijthoff-prijs
Dassen sprak voorafgaand aan de uitreiking van de FD Henri Sijthoff-prijs. In de belangrijkste categorie, die van de AEX-bedrijven, ging de prijs naar Randstad. Volgens het juryverslag heeft het uitzendconcern zijn strategie helder uiteengezet, de markt helder beschreven en publiceert het bedrijf goede kwartaalberichten.
De toelichting op belastingen wordt gezien als een best practice, waarbij per belastingsoort is aangegeven wat de betalingen zijn per land. ‘Hiermee laat Randstad zien goed gevoel te hebben voor de tijdgeest,’ aldus de Sijthoff-jury.
Boekje FD Henri Sijthoff prijs 2019_def.pdf
In de categorie ‘overige beursfondsen’ is Arcadis de winnaar. De jury geeft aan dat het ‘een inhoudelijk verslag is.’ Zowel financiële als niet-financiële zaken worden helder uitgelegd. In het verslag van de commissarissen worden de thema’s inhoudelijk besproken, ook bij de toelichting door commissies. Het is in ieder geval geen opsomming van onderwerpen.
Bij de niet-beursgenoteerde bedrijven gaat de prijs naar netwerkbedrijf Alliander. Die wordt onder meer geprezen omdat het een realistisch beeld schetst van het verhaal over 2018. Verder laat het duidelijk blijken oog te hebben voor de stakeholders; het bedrijf gaat de dialoog met verve aan.
Vooruitgang transparantie
De jury gaf eerder deze maand aan dat bedrijven opener kunnen zijn over de discussie met hun accountant en meer oog moeten hebben voor de langetermijnwaardecreatie. Ook het jaarlijkse jaarverslagenonderzoek van Piet Hein Coebergh, lector aan de Hogeschool Leiden, geeft aan dat meer verbeteringen mogelijk zijn. Bedrijven worden weliswaar transparanter, maar met een gemiddeld rapportcijfer van 3,9 is dat nog steeds een dikke onvoldoende. Slechts 14 van de top 75 beursgenoteerde bedrijven scoren een voldoende.