Hout verbranden zonder CO₂-uitstoot te tellen
Nederlandse energiebedrijven ontvangen miljarden aan subsidie voor het gebruik van biomassa, omdat Nederland het als hernieuwbare energie bestempelt. Maar wie telt de emissies?
Nederlandse energiebedrijven ontvangen miljarden aan subsidie voor het gebruik van biomassa, omdat Nederland het als hernieuwbare energie bestempelt. Maar wie telt de emissies?
De verbranding van hout levert per eenheid energie meer CO₂-emissie op dan steenkool. Toch subsidieert Nederland houtverbranding met miljarden euro's, omdat het kwalificeert als hernieuwbare energie. Daardoor telt Nederland de emissie van de verbranding niet mee.
Deze situatie vloeit voort uit de Europese richtlijn voor hernieuwbare energie uit 2009. Die heeft bepaald dat verbranding van biomassa hernieuwbaar is. Een gedetailleerde argumentatie geeft de richtlijn niet. Beleidsmakers hebben altijd uitgelegd dat biomassa hernieuwbaar is, omdat de CO₂ die vrijkomt bij verbranding weer wordt opgenomen door nieuwe aanplant van bomen. Zolang er maar een zelfde hoeveelheid bomen wordt geplant voor elke boom die wordt verbrand, geldt biomassa volgens deze theorie als hernieuwbaar.
‘Dat concept zou misschien enigszins hebben gegolden in 2009, toen het idee nog was dat resthout in het bos de belangrijkste bron voor houtige biomassa zou zijn, maar de grote subsidies voor hernieuwbare energie in een aantal EU-lidstaten hebben geleid tot een enorme groei van houtige biomassa, inclusief het vervangen van kolen in grote elektriciteitscentrales’, schreven wetenschappers van het belangrijkste wetenschappelijke EU-adviesorgaan European Academies’ Science Advisory Council van de EU eerder dit jaar.
Die industrialisatie zet het hernieuwbare karakter van biomassa volgens hen daarmee zwaar onder druk, omdat er bij verbranding van bomen onmiddellijk CO₂ vrijkomt en het tientallen jaren kan duren voordat die uitstoot weer wordt opgenomen door nieuwe bomen.
Enviva, 's werelds grootste pelletproducent, bestrijdt dit. ‘Netto groeien de bossen waar wij ons hout vandaan halen', zegt Jennifer Jenkins, hoofd duurzaamheid het bedrijf, dat op grote schaal hout levert aan Europese energiebedrijven.
‘Als biomassa voor energie afkomstig is van bossen, waar houtoogst continu volledig wordt vervangen door nieuwe groei, dan verwijdert de vervanging van fossiele brandstoffen door deze biomassa de fossiele emissies, zonder nieuwe extra CO₂ toe te voegen aan de atmosfeer ten tijde van de verbranding’, aldus Jenkins.
Volgens Mary Booth, oprichter en directeur van Partnership for Policy Integrity dat zich richt op de energiesector, bestaat er echter helemaal geen verplichting om nieuwe bomen te planten. Zij noemt de claims van Enviva 'absurd'.
‘Enviva plant helemaal niets. Ze zijn geen grondeigenaar. Als bosbouwers waar ze hout vandaan halen, bomen herplanten na een oogst, vergroot dat de houtige biomassa niet, het vervangt alleen maar wat is geoogst, en dat gaat ook nog eens langzaam.'
Dat de bossen in het zuidoosten van de VS groeien, gebeurde volgens Booth al voordat Enviva er was. 'Dat komt door herbebossing van achtergelaten landbouwgrond en ook een beetje bomenplant. Maar dat zijn geen activiteiten waar Enviva krediet voor kan claimen.'
Het bedrijf probeert volgens haar te claimen dat de groei van de CO₂-opname in de bossen, die al plaatsvond voordat ze hun fabrieken bouwden, emissies absorberen die vrijkomen bij de verbranding van houtpellets, 'maar dat klopt vanuit een mathematisch standpunt niet'.
'Ze profiteren van het onvermogen van beleidsmakers om deze basiswiskunde te begrijpen', aldus Booth die bij de Amerikaanse beurswaakhond SEC een klacht vanwege misleiding tegen het bedrijf heeft ingediend. Ze is ook betrokken bij een rechtszaak tegen de EU over het hernieuwbare karakter van biomassa.
Het complexe bij biomassa is dat de emissie ervan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld gas, olie of steenkool, in twee verschillende systemen plaatsvindt. De boekhoudkundige emissie moet in het land van herkomst worden meegenomen in de boekhouding voor het landgebruik, de werkelijke emissie vindt plaats in het land waar de verbranding plaatsvindt.
In feite besteden biomassa-importerende landen als Nederland de CO₂-uitstoot daarmee uit aan het exporterende land. Want de landen waar de houtoogst plaatsvindt, moeten het CO₂-verlies als gevolg van bomenkap registreren en rapporteren. Daardoor hoeft bij verbranding niet nog een keer die emissie te worden gerapporteerd. Gebeurt dat wel, dan worden emissies immers dubbel geteld.
Zolang bossen als geheel netto groeien, vindt er volgens deze methode technisch geen CO₂-uitstoot plaats als hout wordt verbrand in energiecentrales. Daardoor kunnen energiebedrijven als Drax, Ørsted en RWE bij de verbranding van biomassa CO₂ uitstoten zonder dat zij voor die uitstoot rechten hoeven te kopen.
Deze publicatie is ondersteund met een bijdrage uit de Regeling Onderzoeksjournalistiek van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.