In het kort
- Na een aantal grote zeperds wordt nu al ruim een jaar gestudeerd op andere verdeling van risico's tussen Rijk en bouwbedrijven.
- Volgens werkkapitaaladviseur Eva Borstlap hoeft niet op afronding van dat proces gewacht te worden maar kunnen dingen nu al snel verbeterd worden.
- Als de partijen zorgen dat er eerder betaald wordt na werkzaamheden, kan er volgens haar €1 mrd vrijgespeeld worden.
Bouwers en het Rijk breken er zich, na een aantal grote probleemprojecten, nu al jaren het hoofd over: hoe ontwikkel je infraprojecten zonder dat dat al te veel problemen voor bouwbedrijven oplevert? Ook als het langverwachte Plan van Aanpak van Rijkswaterstaat er binnenkort ligt, is dat proces niet klaar: dan moeten de contracten nog worden aangepast.
Het is zonde om te wachten tot die hele cyclus is doorlopen, zegt Eva Borstlap van adviesbedrijf Cash Discovery. Zij stelt dat de situatie in de gww-sector (grond-, weg- en waterbouw) nu al kan worden verbeterd: bouwers en opdrachtgevers moeten ervoor zorgen dat rekeningen sneller en vaker worden betaald. De huidige traagheid kan volgens haar spanning opleveren, fouten veroorzaken en problemen bij bouwprojecten verhullen.
Onderzoek: gemiddeld 62 dagen wachten op betaling
Borstlap, die voordat zij haar eigen bedrijf begon onder meer cfo was bij de afdeling Procurement van KPN, onderzocht afgelopen jaar de betalingssystematiek in de gww-sector. Zij sprak met aannemers en opdrachtgevers, waaronder Rijkswaterstaat, en ontving zo gegevens over ruim vijftig verschillende projecten. Daaruit blijkt dat het na afronding van een (deel)project gemiddeld 62 dagen duurt voordat er wordt betaald.
'Dat is dus aanzienlijk langer dan de betalingstermijn van hoogstens dertig dagen die men zegt en denkt aan te houden', aldus Borstlap. Er gaan eerst drie weken overheen voordat een aannemer zijn rapportage kan indienen, en dan duurt het nog twee weken voordat de opdrachtgever goedkeuring verleent. 'Daarna wordt de factuur opgestuurd en pas dan gaat de officiële betalingstermijn in.'
'Er kan 25 dagen eerder betaald worden'
Borstlap schat in dat die periode van 62 dagen met ten minste 25 dagen verkort kan worden. Uitgaande van een jaaromzet van €18 mrd voor de gww-sector, zou dat ruim €1 mrd extra liquiditeit opleveren, omdat aannemers minder lang hoeven voor te financieren.
'Dat geld kan geïnvesteerd worden in innovaties of verdere digitalisering om de marges in de sector te verhogen. Maar nog belangrijker is dat er minder financiële druk op een project komt te liggen. Er is minder risico op een gespannen relatie en de kans op onnodige fouten neemt af', zegt Borstlap.
Tijdens haar onderzoek maakte Borstlap gebruik van de input en ervaring van Annette Biesboer van PRO6 managers, een bureau dat overheden en bedrijven bijstaat bij projectmanagement. Biesboer werkte eerder als hoofd contractmanagement bij VolkerInfra. Zij wijst op nog een aandachtspunt: bij moderne contracten, zoals UAV-GC, wordt relatief laat betaald, namelijk pas na het behalen van een beperkt aantal afgeronde werkpakketten of mijlpalen.
'Aannemers willen daar graag meer stappen inbouwen zodat minder voorfinanciering nodig is, maar middenin een aanbesteding gaat zo'n aanpassing niet lukken', aldus Biesboer. 'De enige keus is de betalingssystematiek in eerste instantie accepteren, of uit de aanbesteding stappen.'
Een probleem komt eerder aan het licht als betaling stokt
Als betalingen frequenter plaatsvinden, is het effect volgens Biesboer en Borstlap tweeledig. Als er geen akkoord volgt voor bepaalde werkzaamheden, is in een eerder stadium duidelijk dat een projectonderdeel niet goed loopt. Cash never lies, zoals de Amerikanen het noemen. Er kan dan een oplossing gezocht worden, nog voordat de situatie is ontspoord.
Er is nóg een pluspunt, zegt Borstlap: 'Doordat de opdrachtgever door de betalingen dichter op het project zit, is er ook minder tijd nodig om de rapportages te beoordelen en akkoord te geven zodat er betaald kan worden. Het heeft een vliegwieleffect.'
Lees ook
Rijkswaterstaat schoot aannemer Groninger ringweg miljoenen voor
Rijkswaterstaat wil risico's beter verdelen