In het kort
- AFM gematigd positief over onderzoeksresultaten naar cultuurverandering accountants.
- Bestuurder Hanzo van Beusekom zegt dat nieuwe fase in toezicht is aangebroken.
- Dat betekent ook iets voor de toon die de AFM aanslaat in de richting van de sector.
Er lijkt voor het eerst in jaren ruimte voor enige ontspanning in de bij vlagen ijzige verstandhouding tussen de AFM en accountants. De beroepsgroep staat sinds 2006 onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten. In die periode verschenen vernietigende rapporten, er waren boetes en rechtszaken. Accountants klaagden intussen over de harde toon van de waakhond. Maar in een nieuw rapport toont de AFM zich gematigd positief. En AFM-bestuurslid Hanzo van Beusekom wil, meer dan zijn voorgangers deden, de dialoog opzoeken.
Bij de toezichthouder nam bestuurslid Van Beusekom in februari het stokje over van Gerben Everts, de man die de afgelopen acht jaar de accountancy flink op de huid heeft gezeten. Hij liet zich herhaaldelijk kritisch uit over de sector en dat zorgde voor een gespannen relatie met accountants.
Nieuwe fase, andere toon
In 2018 kaartte Everts verschillende weeffouten aan in het systeem rond accountants. Dat rapport was een belangrijke reden voor minister Wopke Hoekstra (Financiën) om een speciale commissie in het leven te roepen die de toekomst van de accountancy onder de loep nam. Hoekstra kondigde daarna maatregelen aan, maar fundamentele ingrepen in de sector blijven voorlopig uit.
'Er is gekozen om binnen het huidige systeem te blijven, maar dat blijft wel een kwetsbaar systeem', zegt Van Beusekom, die daarmee duidelijk zijn smalle speelveld markeert.
‘De toon van mijn voorgangers hoorde bij een andere fase van het toezicht’
Hij spreekt niettemin van 'een nieuwe fase', waarin hij een andere toon wil aanslaan. 'De toon van mijn voorgangers hoorde bij een andere fase van het toezicht. Inmiddels zijn de accountants het met ons eens dat er wel degelijk een kwaliteitsprobleem bestaat.' Die erkenning biedt Van Beusekom meer ruimte om het gesprek met de sector op te zoeken, vindt hij.
De detente dient zich aan met een woensdag gepubliceerd rapport dat best uitgelegd mag worden als een schouderklopje van de AFM voor de Big Four: Deloitte, EY, KPMG en PwC. De waakhond toetste in 2019 'de kwaliteitsgerichte cultuur' bij deze accountantskantoren en is tevreden met de voortgang.
De AFM schrijft in haar rapport dat het bestuur van de kantoren is gericht op 'continue verbetering'. Het leren van fouten kan beter, maar is niet langer taboe. En beoordelingen worden niet langer louter gedreven door winstmaximalisatie. 'Kwaliteit staat centraal in het beoordelings- en promotieproces'. De door de AFM geïnterviewde externe accountants en medewerkers 'ervaren ondersteuning in het realiseren van de kwaliteitsslag door hun organisatie.'
Kritiek op interne controlesystemen
Kritiek is er ook, al voert die niet de boventoon. Zo hebben de Big Four nog altijd hun interne controlesystemen niet op orde. Een belangrijk element daarvan is de wettelijk vastgelegde opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling (okb). Deze interne toets op controledossiers is vereist voordat een accountant een jaarrekening aftekent, maar vertoont meerdere gebreken.
Dat is pijnlijk, omdat de AFM in 2018 nog heeft voorgesteld om de 'okb'er', de interne controleur, te laten meetekenen bij de controle van jaarrekeningen. Maar er is op dit moment geen reden om de Big Four hierop af te rekenen, zegt AFM-bestuurder Van Beusekom. 'Het is een grijs gebied, maar we zien stapsgewijs verbeteringen.'
Dat wil niet zeggen dat het ook écht beter gaat, zegt Van Beusekom. 'Als je het mij vraagt zijn de Big Four op dit moment oprecht bezig met het verbeteren van de kwaliteit van hun controles. Maar ik weet niet of dat straks, als de druk van de toezichthouder en van de samenleving weg is, nog steeds zo is. Ik kan niet uitsluiten dat we hier over vier jaar weer zitten en dat de problemen dan nog steeds niet zijn opgelost. Dat ligt dan aan de accountantsorganisaties zelf. Mij mag je alleen afrekenen op beroerd toezicht.'