In het kort
- Unilever wil alleen nog maar duurzame chemicaliën gaan gebruiken in schoonmaak- en wasmiddelen.
- Om die omslag mogelijk te maken, investeert het concern de komende tien jaar €1 mrd.
- Leveranciers van ingrediënten moeten meedoen.
- Unilever overweegt om de traditionele chemiebedrijven waarmee het samenwerkt in te ruilen voor biotechbedrijven.
Unilever zet zijn leveranciers onder druk om duurzame chemicaliën voor schoonmaak- en wasmiddelen te gaan produceren. De Brits-Nederlandse multinational, bekend van Omo, Glorix en Robijn, wil de komende jaren alle ingrediënten vervangen die met fossiele brandstoffen worden gemaakt, zoals polymeren en parfum. Volgens het bedrijf bestaan er ook milieuvriendelijker alternatieven om vlekken op te lossen en de was een geurtje te geven.

Nu zijn de chemicaliën in schoonmaak- en wasmiddelen verantwoordelijk voor bijna de helft van de vervuiling die deze producten veroorzaken. Om de omslag naar duurzame en biologisch afbreekbare chemicaliën mogelijk te maken en de industrie een handje te helpen, investeert Unilever de komende tien jaar €1 mrd. Daarbij geeft de onderneming naar eigen zeggen 'een belangrijke boodschap' af aan haar leveranciers. 'Als je door wilt met Unilever, moet je zorgen dat je je aansluit bij onze nieuwe visie van schoonmaken', zegt directeur Peter ter Kulve tegen het FD.
Ter Kulve, een Unilever-veteraan met meer dan dertig dienstjaren, geeft sinds vorig jaar mei leiding aan de zogeheten Home Care-divisie, een belangrijke activiteit binnen Unilever. Vorig jaar genereerde de divisie met €10,8 mrd aan omzet 21% van alle inkomsten van het bedrijf. Dit jaar groeit de schoonmaaktak hard. De afgelopen maanden haalden consumenten massaal zeepproducten in huis, ter bescherming tegen het coronavirus.
Het risico op kritiek van milieubewegingen
Om aan de benodigde ingrediënten voor zijn milieuvriendelijke wasmiddel te komen, is Unilever naar eigen zeggen bereid om traditionele chemiebedrijven in te ruilen voor biotechbedrijven. Het Amerikaanse Ginkgo Bioworks is bijvoorbeeld een mogelijke partner, zegt directeur Ter Kulve. Dit biotechbedrijf waar voormalig Unilever-kopstuk Marijn Dekkers nu voorzitter is specialiseert zich in synthetische biologie, waarbij wetenschappers cellen herontwerpen en nieuwe, gewenste eigenschappen geven

Met die samenwerking riskeert Unilever kritiek van milieubewegingen. Milieuvriendelijke wasmiddel van het Belgische Ecover kwam enkele jaren geleden onder vuur te liggen, toen bleek dat het bedrijf gebruikmaakte van synthetische biologie. Unilever zegt nu 'verschillende technologische routes voor groene grondstoffen te verkennen, waaronder synthetische biologie'.
De grote investering van Unilever past in het streven van het gehele voeding- en wasmiddelenconcern om te produceren zonder CO₂-uitstoot. Uiteindelijk zal die €1 mrd de CO₂-afdruk van zijn schoonmaakdivisie drastisch terugdringen en 'een dominant gedeelte' van het totale R&D-budget van Unilever innemen, zegt Ter Kulve. Percentages wil hij niet noemen.
'Enorm knelpunt'
Unilever staat wel voor grote uitdagingen. Vanwege de schaal van de multinational moet de productie van de duurzame grondstoffen de komende jaren sterk worden opgevoerd. 'Een enorm knelpunt', noemt Ter Kulve dat. Met langjarige afnameverplichtingen hoopt de onderneming leveranciers van 'fossiele' chemicaliën over te halen toch voor duurzaam te kiezen.
Als voorbeeld noemt de divisiedirecteur het Duitse fijnchemieconcern Evonik, dat een stof ontwikkelde voor de zeepvorming van afwasmiddel op basis van fermentatie, vertelt hij. In Chili en Vietnam ligt dit afwasmiddel al in de schappen. 'Doordat er veel is geïnvesteerd in de wijze waarop ze nu chemicaliën maken, is verandering moeilijk', zegt Ter Kulve. 'Maar we kunnen niet zo doorgaan. Als autoproducent wil je ook niet de rest van je leven dieselauto's produceren. Bij deze categorie chemische producten staan we pas aan het begin van verandering. Gelukkig realiseren sommige partijen zich wel goed dat ze moeten meebewegen.'
Duurder wasmiddel? 'Dat kan niet'
Ook voor Unilever is de noodzaak van omschakelen groot, stelt Ter Kulve. Consumenten vragen om meer duurzame producten. Supermarkten willen die ook bieden. Daarnaast rekent Unilever op steeds meer overheidsregulering en belastingen op milieuvervuiling, zoals de voorgenomen EU-belasting op wegwerpplastic. Dat is een van de redenen dat het bedrijf inzet op een halvering van dit soort plastic verpakkingen in 2025.
In de nabije toekomst krijgen allereerst de wasmiddelen van Omo en Persil plantaardige stoffen die vuil kunnen verwijderen. Wanneer die vernieuwde producten in Nederland te koop zijn, is nog niet bekend. Maar de nieuwe ingrediënten zullen in ieder geval niet tot prijsstijgingen leiden, bezweert Ter Kulve. 'Dat kan niet. Door corona zijn het voor de meeste mensen nu moeilijke tijden. Er is geen extra geld voor verduurzaming. Daarom zullen we het met innovatie moeten oplossen.'