
In het kort
- VN-werkgroep voor mensenrechten hekelt handelwijze Japan in de zaak-Ghosn.
- Oud-Nissan-topman Carlos Ghosn werd eind 2018 in Tokio gearresteerd wegens vermeende fraude.
- Eind 2019 wist hij op spectaculaire wijze naar Libanon te vluchten.
- De werkgroep verwijst de kwestie door naar de speciale VN-rapporteur voor mensenrechten.
- Voor Japan betekent het rapport een enorm gezichtsverlies.
In ongekend harde bewoordingen heeft een werkgroep van de Verenigde Naties op het gebied van mensenrechten de arrestatie en de detentie van de voormalige topman van Nissan , Carlos Ghosn, door de Japanse autoriteiten veroordeeld.
Volgens de Working Group on Arbitrary Detention van de Human Rights Council van de VN was de detentie van Ghosn 'noch noodzakelijk, noch redelijk', zo concludeert de VN-werkgroep in zijn rapport van zeventien pagina's dat eind augustus werd opgesteld en dat afgelopen weekeinde op de VN-website is gepubliceerd.
Ghosn was bestuursvoorzitter van Nissan en ceo van Renault , totdat hij samen met zijn rechterhand Greg Kelly, wegens vermeende fraude op 19 november 2018 op de luchthaven van Tokio werd gearresteerd. Ghosn zat bijna 130 dagen in eenzame hechtenis.
Ghosn werd in totaal viermaal gearresteerd. Dat was 'fundamenteel oneerlijk', concludeert de werkgroep. De vier arrestaties en detenties op rij vormden een 'inbreuk op de rechten en waardigheid van de heer Ghosn' en waren 'ook zo bedoeld om hem te dwingen te bekennen'. Iedere keer dat de wettelijke periode van 23 dagen afliep waarin een arrestant maximaal in hechtenis mag worden gehouden, werd Ghosn opnieuw gearresteerd, zo is te lezen in het rapport. 'Op deze manier waren de autoriteiten in staat hem voortdurend gevangen te houden.'
'De omstandigheden van de detentie van de heer Ghosn omvatten eenzame opsluiting, opsluiting, verbod voor meneer Ghosn om zijn cel te verlaten, het ontnemen van lichaamsbeweging voor meerdere opeenvolgende dagen, constant licht om de slaap te verstoren, en de afwezigheid van verwarming in de cel', stelt het rapport.
Bij zijn arrestaties werden journalisten en fotografen van te voren ingeseind, kennelijk met de bedoeling van de Japanse aanklagers om van de arrestatie een spektakel te maken en om een beeld neer te zetten van Ghosn als iemand die bij voorbaat schuldig was.
Verdediging gedwarsboomd
Bovendien kreeg Ghosn geen toegang tot een advocaat, aanklachten moest hij in het Japans aanhoren, zonder dat er een vertaler aan te pas kwam. Ghosn werd in een laat stadium voor de rechter geleid zonder dat hij zich adequaat kon voorbereiden op zijn verdediging.
De werkgroep vindt dat Japan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens heeft geschonden en verwijst de zaak-Ghosn dan ook naar de VN-rapporteur voor foltering, wrede en andere onmenselijke of vernederende behandelingen.
Op 30 december vorig jaar, wist Ghosn, tijdens zijn huisarrest, op spectaculaire wijze vanuit Japan naar Libanon te vluchten waar hij sindsdien verblijft. Ghosn heeft de Libanese, Braziliaanse en Franse nationaliteit. Tegen de voortvluchtige is een internationaal arrestatiebevel uitgevaardigd. Libanon heeft geen uitleveringsverdrag met Japan. Ghosn verdedigde zijn vlucht met het argument dat een eerlijk proces in Japan niet mogelijk is. Kelly is nog wel In Japan, waar hij onder huisarrest is geplaatst.
Gezichtsverlies
De werkgroep deed ook aan wederhoor bij Japan. Maar de regering in Tokio neemt het standpunt in dat het land zich heeft gehouden aan de internationale normen. De procedure in de zaak-Ghosn 'was niet in strijd met de mensenrechtennormen die van toepassing zijn op Japan', aldus Tokio. De werkgroep roept Japan op een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de handelwijze in de zaak-Ghosn.
Voor de Japanse autoriteiten betekent het rapport een enorm gezichtsverlies. Japan stelde zich steeds op het standpunt dat Ghosn een eerlijk proces zou krijgen, als hij niet was gevlucht en riep hem ook op terug te keren naar het land. Japan staat erom bekend dat ruim 99% van de voorgeleiden ook daadwerkelijk wordt veroordeeld.