Sensorfabrikant Photonis inzet van Nederlands-Franse strijd
Nederland en Frankrijk liggen overhoop over de toekomst van het Frans-Nederlandse technologiebedrijf.
Nederland en Frankrijk liggen overhoop over de toekomst van het Frans-Nederlandse technologiebedrijf.
Nederland en Frankrijk liggen overhoop over de toekomst van het Frans-Nederlandse technologiebedrijf Photonis. Door een interventie van Parijs staan honderden Nederlandse banen op het spel bij het bedrijf, dat sensoren voor militaire nachtkijkers maakt. Ook dreigt verlies van zeggenschap over hoogwaardige technologie. Dit zeggen Nederlandse topmensen bij de onderneming.
Parijs wil Photonis in Franse handen houden, terwijl Nederland denkt dat het bedrijf beter af is bij Amerikaans eigendom. De zaak is relevant voor de discussie over Europese technologische soevereiniteit. De EU-lidstaten en de Europese Commissie staan steeds kritischer tegenover de verkoop van bedrijven met geavanceerde technologie aan Chinese of Amerikaanse partijen. Dat kan Europa's machtspositie in de wereld ondermijnen, zo is de nieuwe doctrine. Maar in dit geval blijken 'Europese belangen' niet zo eenduidig.
Photonis, dat deels voortkomt uit het voormalige Nederlandse bedrijf Delft Instruments, kreeg vorig jaar een overnamebod van $550 mln van het Amerikaanse technologiebedrijf Teledyne. De komst van de Amerikanen zou dé kans zijn om nieuwe technische kennis in huis te halen. De huidige eigenaren, de Franse private-equitypartij Ardian en zakenbank Rothschild, vinden dit ook de beste optie voor het bedrijf.
Maar de Franse regering blokkeert de verkoop. Volgens Parijs is de technologie van Photonis van strategisch belang. De Nederlandse ministers van Economische Zaken en Defensie hebben bij hun collega's gepleit voor overname door de Amerikanen, maar de Fransen zijn niet om te praten. Zij proberen de Franse defensie-toeleveranciers Thales en Safran over te halen om Photonis te kopen. Deze gesprekken lopen nog.
De situatie leidt tot grote ongerustheid bij de Nederlandse divisie, waar 350 van de in totaal 1000 werknemers van Photonis in dienst zijn. De helft van alle onderzoek en ontwikkeling van Photonis zit in de Drentse plaats Roden. Het bedrijf werkt nauw samen met de dichtbij gelegen Rijksuniversiteit Groningen.
'Onze angst is dat de Fransen, als het economisch tegenzit, saneringen vooral hier in Drenthe zullen laten plaatsvinden. Dat arbeidsplaatsen in Roden worden geschrapt en machines overgebracht naar de Franse fabriek in Brive-la-Gaillarde', zegt de Nederlandse commissaris en oud-ceo van Photonis, Goos Boers. 'Die locatie is vijf keer zo groot als die in Roden, en ze staat deels leeg.' De Nederlandse divisie heeft daarbij het vertrouwen dat de Amerikanen dit niet zouden willen overwegen.
Boers' argwaan wordt gevoed door een sanering die vorige maand plaatsvond. Door technische tegenvallers bij de productie moesten er in Roden 50 flexwerkers vertrekken. 'Toen ik nog ceo was, werden lusten en lasten gelijk verdeeld', zegt Boers. 'Nu vielen de ontslagen alleen in Nederland. Allemaal lokale medewerkers.’
Vorig jaar leken Parijs en Den Haag nog dichtbij een akkoord. Na overleg tussen toenmalig minister van Economische Zaken Eric Wiebes met zijn Franse ambtgenoot Bruno Le Maire, medio vorig jaar, leken de Fransen bereid hun standpunt te herzien. Ze stelden een lange lijst van eisen op voor het Amerikaanse Teledyne, waaronder de overdracht van 10% van de aandelen van Photonis aan de Franse overheid. Die eiste ook een veto op strategische beslissingen en een stem in de benoeming van bestuurders.
De Amerikanen gingen met alle eisen akkoord, maar alsnog bleef Franse toestemming uit. Toen in december informeel aan Teledyne werd meegedeeld dat die toestemming er voorlopig ook niet zou komen, gooiden de Amerikanen de handdoek in de ring.
De Nederlandse bestuurders begrijpen dat Europa zuiniger moet zijn op zijn techbedrijven, zegt commissaris Boers. 'Maar als dat betekent dat je dus alleen nog in Europa kunt samenwerken, dan ben je gedoemd te mislukken.' De voorwaarden die Frankrijk aan de overname stelde waren 'niet zo gek', vindt hij. Maar toen Teledyne daarmee instemde waren er volgens de commissaris geen argumenten meer om de deal tegen te houden.
‘De Amerikanen krijgen geen inzicht in onze technologie', zegt Boers. 'Ze krijgen alleen eigendom van de onderneming. Daarmee is de Europese technologische soevereiniteit gewaarborgd. Maar voor Frankrijk lijkt het alleen te draaien om Franse soevereiniteit'.
De zaak legt het schisma binnen Europa bloot dat een eenduidige industriepolitiek lastig maakt, reflecteert Ron Nulkes, directeur van de Stichting Nederlandse Industrie Defensie en Veiligheid (NIDV). 'De meeste Europese landen hebben gewoon goede banden met de Verenigde Staten, zeker Nederland. Er is veel samenwerking en de Nederlandse industrie is daar niet bepaald slechter op geworden. Maar in Frankrijk wordt Amerikaanse invloed vooral gezien als een bedreiging voor de eigen bedrijven.'
Eerder deze maand blokkeerde de Franse overheid een overname van de Franse supermarktketen Carrefour door het Canadese winkelbedrijf Alimentation Couche-Tard. Parijs wilde de controle houden over de eigen voedselketen en was bezorgd over mogelijk verlies van werkgelegenheid.
Het Franse ministerie van economische zaken wees vragen over de zaak door naar Defensie. Dat ministerie antwoordde niet.