In het kort
- De overheid maakt te makkelijk gebruik van kunstmatige intelligentie, vindt de Raad voor het Openbaar Bestuur.
- Te vaak kijken bestuurders 'of het mag', niet of het wenselijk is.
- De raad adviseert daarom een dataminister en datawethouders aan te stellen.
- Volgens researchbedrijf TNO is het aantal algoritmes binnen de overheid in een jaar verdubbeld.
Een dataminister, een datawethouder en een datagedeputeerde: drie nieuwe functies om te zorgen dat de overheid goed omgaat met persoonsgegevens. Daarvoor pleit de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in een advies aan het kabinet.
Het datagebruik van de overheid ligt steeds zwaarder onder vuur. Ambtenaren verzamelen te veel gegevens over burgers, en ze gebruiken onzichtbare algoritmes (rekenregels voor de computer, die conclusies trekken uit grote hoeveelheden data) om er beleid mee te maken.
Dat heeft soms heftige gevolgen voor bepaalde bevolkingsgroepen. De 'toeslagenaffaire', waar het kabinet begin dit jaar over viel, draait deels om ontspoorde systemen voor fraudeonderzoek. Door verkeerd gebruik van algoritmes nam de belastinginspectie vooral mensen met een migratieachtergrond op de korrel.
Volgens de adviesraad wordt te makkelijk gedacht over algoritmes. De overheid moet zichzelf vaker een simpele vraag stellen. Namelijk: botst het verzamelen en analyseren van data niet met het recht op privacy?
'Stel vooraf de juiste vraag'
‘Het lijkt nu vaak alsof de trend van big data en algoritmes ons overkomt’, zegt Han Polman, raadsvoorzitter en Commissaris van de Koning in Zeeland. ‘We passen het toe omdat het ons efficiënter en doelmatiger zou maken. Zo zijn we opgevoed als ambtenaren en bestuurders.’
In praktijk, aldus Polman, ‘is het ingewikkeld om de juiste vraag te stellen. Heiligt het doel de middelen? Hoe raakt een algoritme, dat in essentie een “zwarte doos” is, de transparantie van de overheid? Wie is eigenaar van de data? Het vooraf stellen van deze vragen is een beginsel van behoorlijk bestuur.’
Als bestuurders dit verzuimen, zegt Polman, wordt de verleiding groot om alleen maar te constateren ‘dat het mag’. Zo voerde de gemeente Enschede een omstreden systeem in voor crowd control: het monitoren van mensenmassa’s door het volgen van mobiele telefoons. ‘De gemeente had vooraf expliciet moeten bespreken of de mobieltjes herleid konden worden naar individuen. Veel gemeenten hebben zulke systemen ingevoerd’, aldus Polman.
Verdubbeling algoritmes
De Nederlandse overheid gebruikt steeds meer kunstmatige intelligentie in het contact met de burger, zo blijkt uit nieuw onderzoek door TNO in opdracht van Binnenlandse Zaken. In een jaar tijd is het aantal toepassingen verdubbeld. TNO trof 165 toepassingen aan van algoritmes.
Zo gebruikt de sociale dienst van Nissewaard, een Zuid-Hollandse gemeente met 85.000 inwoners, een algoritme om uitkeringsfraudeurs op te sporen. De computer bepaalt welke burgers extra documenten moeten brengen om hun recht op een uitkering te bewijzen.
Boeren die stiekem een dood beest begraven, worden opgespoord met algoritmes voor beeldherkenning: De voedsel- en warenautoriteit NVWA vliegt met drones die verdachte stukken gras herkennen. In Apeldoorn worden databestanden gekoppeld, om te voorspellen welke jongeren op welke plek voor narigheid zorgen.
'Inbreuk op menselijke waardigheid'
Vorige maand waarschuwde ook de Rekenkamer van Rotterdam voor onverantwoord gebruik van algoritmes. Mensen die niet goed kunnen lezen en schrijven, bleken meer kans te lopen op een fraudeonderzoek.
De consequenties voor de burger zijn 'mogelijk groot', aldus TNO. De gemeente Nissewaard had TNO apart gevraagd om onderzoek naar het fraudealgoritme, na ophef in de gemeenteraad. Een conclusie is nog niet gepubliceerd. Maar in het rapport voor Binnenlandse Zaken waarschuwt TNO al wel voor inbreuken op 'menselijke waardigheid, privacy, informatieveiligheid en gelijke behandeling'.