‘Kom je even naar incheckbalie 16. Er is iets mis’, sms’t Bartele Santema. De Friese ondernemer staat op het punt te vertrekken naar Indonesië. Zijn kinderen dartelen tussen hun koffertjes. Even dreigt het interview op Schiphol over Indonesische regelgeving in het gedrang te komen door Hollandse bureaucratie.
Een markt in JakartaAP
Jakarta
‘Ze vroegen om een retourticket en een werkvergunning in het Nederlands’, zegt Santema schouderophalend. ‘Ik woon 23 jaar in Indonesië. Mijn werkvergunning is in het Indonesisch natuurlijk.’ Het oponthoud lijkt hem weinig te deren. ‘Als ondernemer in Indonesië heb je wel een bepaalde instelling nodig. Je moet je niet gek laten maken.’
Op zijn vijftiende reed Santema al in een frietkar rond, zonder rijbewijs. Aanvaringen met de politie loste hij als een heer op: ‘Met de duim omhoog, geen middelvinger.’ En zo gebeurt het nu nog. Santema is met zes bars, twee galeries in antieke kaarten, een uitgeverij en een kleine stroopwafelbakkerij een ondernemende duizendpoot in Jakarta.
‘Er zijn daar zo veel mogelijkheden voor ondernemers’, vertelt hij. In 2005 sjouwde zijn moeder Aaltje een loodzware stroopwafelbakplaat mee. De proefkoek, met een speciaal ontwikkelde stroop om de tropische hitte te weerstaan, sloeg aan. Intussen verkoopt Aaltje Bakery wafels aan supermarkten, scholen en koffiehuizen.
Regels
Over de Indonesische bureaucratie is Santema mild. Eigenlijk kan hij zo snel geen tenenkrommende regels bedenken. ‘In Nederland zijn er regels en wetten om je eraan te houden. In Indonesië bestaan ze zodat mensen er wat aan kunnen verdienen.’ Zo geeft de brandweer pas een bewijs van brandveiligheid af als je een staftraining hebt gekregen. ‘Dat kost je een paar maaltijden. En aan het eind van de middag moet je ook hun brandblussers kopen’, grinnikt de ondernemer.
‘Als je er al een tijd zit, dan weet je hoe het werkt. En je kent de juiste mensen.’ Veel ondernemers werken met lokale ‘agents’ om de papieren te regelen. Ook Santema heeft een team van mensen die de regels kennen en de juiste ingangen hebben. ‘Instanties vinden altijd wel iets wat niet klopt en dan laat je zo’n agent onderhandelen. En ja, die moeten soms met envelopjes schuiven’, geeft hij toe. ‘Het manoeuvreren tussen wetten en enveloppen door heb ik altijd als een uitdaging ervaren. Dat heeft leergeld gekost. Je bent ergens toch overgeleverd aan de goden.’
Stroopwafels
‘Goede contacten in hogere rangen helpen, maar ze moeten je aardig vinden. Een emotionele druktemaker vinden ze niets’, voegt Santema daaraan toe. Zo raakte hij bevriend met het hoofd van de ‘ intelligence’, die hem ooit bijna het land uit had gezet omdat zijn werkvergunning niet in orde was. ‘Hij belt nog wel eens om te vragen hoe het gaat. En of er geen problemen zijn.’ Zijn strategie? ‘Pakje stroopwafels mee, blijven lachen en geduld, heel veel geduld hebben.’