Het CBS meldde onlangs dat in de maand september van 2015 het record aantal asielzoekers is geregistreerd van zo’n 8400, van wie het grootste deel afkomstig uit Syrië. Het CBS laat ook weten dat sinds het begin van de registratie van deze statistiek, in 1975, de maandelijkse toestroom nog nooit zo hoog is geweest. Deze getallen weerspiegelen het drama dat zich voltrekt in het Midden-Oosten en rond Syrië en geven aan voor welk probleem de opvang staat. Met de winter op komst kunnen wij ons voorbereiden op mensonterende beelden bij de hekken aan de grens van en binnen Europa. 68997 archive/68997_fdopinie31oktimmigratiebestemming.gif (Illustratie: Rhonald Blommestijn) FDOpinie31oktimmigratiebestemming.gif block Met alleen het urgente drama in het vizier lijkt het broodnodige debat over het grote migratievraagstuk echter op de achtergrond te raken, met het riskante gevolg dat wij binnen afzienbare tijd opnieuw zullen worden verrast door de volgende stroom migranten. De kans is groot dat deze vooral zal blijken te bestaan uit de alom verguisde ‘gelukszoekers’. De Syrische migratiecrisis mag als verrassing zijn gekomen, dat geldt zeker niet voor de constatering dat migratie een normaal onderdeel van de samenleving is. Sinds onze voorvaderen zo’n drie miljoen jaar geleden de Afrikaanse grasvlakten verlieten, is migratie niet meer weg te denken. Vaak waren misoogst, oorlog of klimaatverandering de oorzaak, maar meestal zijn economische overwegingen de reden om te migreren. De ervaringen van de Verenigde Staten zijn illustratief. In de 17de en 18de eeuw bestonden de meeste migranten uit slaven (goedkope arbeid). Daarna kwam een grote stroom op gang van wat wij nu ‘gelukszoekers’ noemen. Tussen 1901-1910 migreerden ongeveer negen miljoen mensen naar de Verenigde Staten; ruim 14% van de totale bevolking bestond toen uit migranten. De economische crisis van de jaren 30 maakte een einde aan dit liberale migratiebeleid. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwam de migratie weer op gang. Ook op dit moment, ondanks de grote aandacht voor de Syrië-crisis, zijn economische redenen het dominante motief voor migratie. De ‘gelukszoeker’ was, is en blijft op drift. Wie vanuit Europa de omringende wereld beziet, beseft dat de volgende migratiegolf naar alle waarschijnlijkheid vooral vanuit Afrika valt te verwachten. De Wereldbank constateerde onlangs dat de grote armoedeval in de allerarmste Afrikaanse landen voorbij lijkt; Afrika groeit en wordt rijker, en de Afrikaanse bevolking zal in de komende decennia in omvang exploderen. Goed nieuws voor de allerarmsten, maar slecht nieuws voor hen die bang zijn voor migranten. De Afrikaanse economische groei stelt in toenemende mate Afrikanen in staat de sprong naar het rijke Westen te maken. Migreren is namelijk duur. De huidige aantallen zullen bij een toekomstige migrantenstroom uit Afrika in het niet vallen. Hoe moet een samenleving als de Nederlandse daarop reageren? En hoe kunnen wij ons hierop voorbereiden? Voor economen is de discussie over migratie, en vooral die over ‘gelukszoekers’, opmerkelijk. Als iemand op plek A productiever is dan op plek B, dan is een verhuizing van B naar A een zinnige optie. De economie als geheel gaat erop vooruit; per saldo wordt immers meer geproduceerd. Dat geldt voor een afgestudeerde Groninger of Limburger die naar de Randstad verhuist evenzeer als voor iemand die een — uiteindelijk toch artificiële — landgrens passeert. beiden zijn gelukszoekers op zoek naar een beter bestaan. Voorwaarde hierbij is dat werk voorhanden is. Een werkende migrant draagt bij aan de samenleving, zowel in de vorm van productie als in de vorm van consumptie en belastingafdrachten. Voor een sterk vergrijzend Europa liggen hier mogelijkheden. De Verenigde Naties hebben ooit een scenariostudie verricht naar de vraag hoeveel migranten de EU zou moeten toelaten in de periode 2000-2050 om vergrijzing tegen te gaan: de schattingen varieerden van 1,5 miljoen tot 13 miljoen migranten per jaar gedurende de gehele periode. De Syrië-crisis valt hierbij in het niet. Met behulp van slim migratiebeleid kunnen dus drie vliegen in één klap worden geslagen. Allereerst zou het Europese migratiebeleid moeten worden hervormd in de richting van het Amerikaanse, Australische en Canadese model door (goed opgeleide en) op de arbeidsmarkt toegespitste migranten aan te trekken. De tweede kwestie die veel aandacht verdient, is de groeiende xenofobie: een op de (arbeids)praktijk gericht migratiebeleid kan de migratieweerstand hopelijk in goede banen leiden. Dit is bij uitstek een taak voor Europees overleg. Helaas wordt het huidige Europese beleid per land bijna op dagbasis xenofober. In de derde plaats kunnen zodoende de migratiestromen beheersbaar en voorspelbaar worden door jaarlijks vast te stellen waaraan de Europese arbeidsmarkt behoefte heeft. Een toekomstige migrant zal zich twee keer achter de oren krabben voordat hij of zij de trektocht aanvaart zonder aan de vereiste voorwaarden te voldoen. Er staat immers een enorme bonus op legale immigratie. De Syrië-crisis krijgt terecht veel aandacht. De huidige urgentie vraagt om oplossingen op de korte termijn. De migratiestroom naar Europa is echter niet van vandaag of gisteren. Na het Syrische vluchtelingenlint is het wachten op de volgende golf, hoogstwaarschijnlijk uit Afrika. Deze ogenschijnlijke bedreiging omzetten in een kans is belangrijk om te voorkomen dat Europa en Nederland wegzakken in een xenofoob moeras zonder uitzicht op een oplossing. Het is tijd om te erkennen dat Europa en Nederland immigratiebestemmingen zijn. Alleen met daarop toegespitst en expliciet op de arbeidsmarkt toegespitst migratiebeleid kan mogelijk worden voorkomen dat een xenofobe samenleving ontstaat die van de ene naar de andere crisis struikelt. Steven Brakman is hoogleraar Economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Arjen van Witteloostuijn is als hoogleraar verbonden aan de Tilburg Universiteit, Universiteit van Antwerpen en University of Cardiff.