In de Europese Unie wordt wetgeving voorbereid over de circulaire economie. Zowel het feit dat deze voorbereiding gestart is, als ook de woorden van Eurocommissaris Frans Timmermans bij de lancering van zijn plan tonen aan dat het de EU menens is met ontwikkelen van de circulaire economie.
Onlangs pakte in Nederland de wetgeving op het gebruik van verpakkingsmateriaal helemaal verkeerd uit, doordat duurzaam hergebruik en reparatie van verpakkingen en ladingdragers (het product waar ons bedrijf zich in heeft gespecialiseerd) niet werd gestimuleerd. Een gemiste kans voor het milieu. Onder recycling wordt nu alleen verstaan het na afvalscheiding opnieuw gebruiken van de grondstoffen voor nieuwe producten. Hieruit blijkt dat de wetgever onvoldoende kennis heeft van de industrie en dat daardoor het beoogde doel, versterking van de circulaire economie, niet wordt bereikt.
Mijn bedrijf Pooling Partners wilde daarom in deze discussie op Europees niveau wat eerder met de juiste mensen in contact komen en onze inzichten met hen delen. Maar dat bleek geen sinecure. Vooral omdat wetgeving op dit gebied een gedeelde verantwoordelijkheid is van de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad, waarin de vakminister van de verschillende lidstaten zitten. Geen van deze drie entiteiten neemt een besluit zonder instemming van de ander.
Het ontwikkelen van Europese wetgeving gaat dan als volgt. De Europese Commissie lanceert een ‘Green Paper’, een discussiedocument bedoeld om het debat over dit onderwerp te stimuleren en om het proces van consultatie op te starten. Vanaf dat moment vindt er een trilogie van onderhandelingen plaats tussen de Commissie, het Parlement en de Europese Raad.
Het Green Paper gaat eerst naar het Europees Parlement, die het dossier in haar specifieke commissies onderzoekt. Daarna gaat het naar de Europese Raad die zich er een mening over kan vormen. Net zo lang tot er volledige overeenstemming tussen de drie partijen. Pas dan kan de Europese Commissie een formeel besluit nemen.
Om te zorgen dat het besluit deze keer niet alleen end-of-life recycling stimuleert, maar ook reparatie en hergebruik, moeten we de procedure van besluitvorming goed volgen en dan op het juiste moment met de juiste persoon het juiste gesprek voeren. Dat betekent veel tijd investeren. Iedere keer dat een Europees wetsvoorstel de trilogie doorloopt, kan er een belangrijk amendement ingediend worden.
Dat dit niet iets wat een ondernemer er even bij kan doen, dat spreekt voor zich. En het hiervoor inzetten van een professionele organisatie is duur. Maar voor bedrijven en burgers die het belang van de circulaire economie zien en daarnaar willen handelen, zit er weinig anders op.
Wetgeving dient begeleidende kaders te scheppen voor de industrie. Wetten zouden de wegsignalering en vangrails moeten zijn en niet de hobbels en kuilen in de weg. Maar als de wetgever onvoldoende aansluiting heeft bij de industrie, zal hij bedrijven eerder belemmeren dan omkadering bieden. Hierdoor wordt Europa’s leidende positie op het gebied van circulaire economie eerder verzwakt dan versterkt.
Ik hoop daarom van harte dat dit goed komt en wij zullen kunnen bijdrage aan de verdere ontwikkeling van de circulaire economie in Europa. Dat zou ook de betrokkenheid van de Europeanen bij de EU ten goede komen.
Ingrid Faber is ceo van Pooling Partners, de grootste Europese producent en verhuurder van houten pallets. Volgende week in deze wisselcolumn: Lieve Declercq, ceo van drinkwaterbedrijf Vitens.