Politiek moet ingrijpen, anders loopt Europese schuldenprobleem uit de hand
Opinie | George Möller, econoom en oud-bestuurder van financiële instellingen.
Opinie | George Möller, econoom en oud-bestuurder van financiële instellingen.
Ooit een bank gekend die een ongelimiteerde rekening-courantfaciliteit inruimt voor klanten, de bevoegdheid over het beheer van die faciliteit uitbesteedt aan diezelfde partijen en het recht op terugbetaling opgeeft? Het lijkt ongeloofwaardig, maar die bank bestaat echt. Zij heet ECB en het systeem heet Target. De saldi die steeds verder oplopen, worden eufemistisch deviezenreserves genoemd, maar in wezen gaat het om de socialisering van Europese tekorten.
In het kader van de muntunie worden schulden tussen eurolanden onderling op het niveau van de nationale centrale banken niet verrekend, maar op de 'kerfstok' bijgeschreven. Deze kerfstok wordt steeds langer als gevolg van de grote structurele onevenwichtigheden in Europa. Target accommodeert de gevolgen van die onevenwichtigheden gewetenloos, inclusief kapitaalvlucht. Het probleem is dat de creditlanden (Duitsland, Nederland, Finland en Luxemburg) bestuurlijk in de minderheid zijn en dit onhoudbare systeem dus niet kunnen veranderen. De debiteurenlanden hebben het voor het zeggen en beheren, onder leiding van de Italiaan Draghi, hun eigen kredietfaciliteit.
Dat werkt zo. Een Italiaanse ondernemer importeert bloemen uit Nederland en maakt het verschuldigde bedrag via zijn Italiaanse bank over. De Nederlandse exporteur krijgt het bedrag via DNB op zijn bankrekening bijgeschreven. Alles is in orde, behalve dat DNB en Banca d’Italia niet onderling verrekenen, maar op de ‘kerfstok’ bijschrijven. Zou de afnemer geen Italiaans maar een Pools bedrijf zijn, dan zouden de centrale banken wel met elkaar verrekenen.
Inmiddels zijn de bedragen die nog openstaan zó groot, dat deze een serieus systeemrisico vormen. DNB heeft ongeveer € 100 mrd te vorderen op Target. De centrale bank van Luxemburg heeft een vordering van bijna € 190 mrd, nagenoeg haar gehele balanstotaal. Als dat geld niet terugkomt, heeft dat kleine Luxemburg als staat een serieus probleem. Voor sommige Europese landen is het nagenoeg uitgesloten dat zij die schulden ooit zullen terugbetalen. In Italië beseft niemand dat, als het land uit de euro stapt, de ECB een rekening presenteert van meer dan € 400 mrd.
Opmerkelijk is dat het recente rapport van de Raad van State over ‘De staat van de euro’ aan deze problematiek nagenoeg geen aandacht besteedt. In 2012 en 2017 zijn er wel Kamervragen gesteld, maar de antwoorden van de toenmalige bewindslieden waren misleidend en wollig. Het zou gaan om boekhoudkundige grootheden die alleen pijn doen als een land uit de euro stapt. Boekhoudkundige grootheden heten in de volksmond gewoon schulden. Schulden die maar doorstijgen met de oneindigheid als enige limiet. Dat veroorzaakt óók een probleem als een land niet uit de euro stapt.
Omdat Banca d’Italia in het voorbeeld DNB niet betaalt maar haar verplichting laat bijschrijven zonder enig uitzicht op genoegdoening, ontstaat er voor de Nederlandse exportindustrie gericht op euro(deficit)landen een heel bijzondere situatie. Zij wordt niet langer betaald door buitenlandse importeurs, maar door DNB. Door de Targetverplichtingen tot ver boven houdbaarheid te laten oplopen, ontstaat er - tegen de afspraken van 'Maastricht' (over de muntunie) in - een transferunie. Erger nog is het als het gaat om investeringen. Bij de overname van een Nederlandse onderneming door een Italiaanse of Spaanse investeerder is het ook weer DNB die de overnamesom betaalt en maar moet afwachten of dat bedrag ooit wordt voldaan.
Dit absurde systeem zal niet veranderen zonder externe interventie. De politiek moet ingrijpen. De Tweede Kamer moet nu eindelijk haar tanden laten zien en eisen dat het beleid rondom de groeiende vorderingen op enkele Europese landen geen monopolie is van de ECB, maar het primaat van de politiek. Accountants moeten weigeren om hun handtekening nog te plaatsen onder de jaarcijfers van centrale banken zonder een substantiële afwaardering.
Targetschulden zouden net als in de VS ten minste eenmaal per jaar moeten worden verrekend. Bij een oplopend Targetsaldo zal ook de (straf)rente moeten oplopen, waardoor er prikkels worden ingebouwd tot afbouw. Aflossen kan door financiering in de publieke markt, waar tucht heerst, of door overmaking van goud. Als dat alles niet lukt, zijn er de Europese fondsen waarop democratisch toezicht rust.