Ook wetenschappers gaan niet vrijuit bij de verspreiding van nepnieuws
Opinie | Paul de Beer is hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam.
Opinie | Paul de Beer is hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam.
President Donald Trump en de Amerikaanse media vliegen elkaar constant in de haren over de vraag wie nu eigenlijk fake news verspreidt. Ook in Nederland nemen de zorgen toe dat politieke en maatschappelijke discussies door nepnieuws worden beïnvloed. Sommige kranten hebben een rubriek waarin zij checken wat er waar is van uitspraken die in de media worden gedaan. Ook de EU heeft het — overigens fel bekritiseerde — initiatief genomen om uitspraken in de media te toetsen op hun waarheidsgehalte. Meestal worden voor het factchecken ‘officiële’ rapporten en ‘onafhankelijke’ deskundigen geraadpleegd.
Het probleem is dat juist de betrouwbaarheid van die rapporten en deskundigen steeds vaker ter discussie wordt gesteld. ‘Wetenschap is ook maar een mening’, wordt dan gezegd. Voor wetenschappers is het verleidelijk zulke opvattingen af te doen als kletspraat van personen die geen benul hebben van wat wetenschap is, of dat niet willen hebben. Ik ben geneigd dat standpunt te onderschrijven. Toch zouden wetenschappers wat vaker de hand in eigen boezem moeten steken. Want hebben zij niet zelf mede aanleiding gegeven tot het groeiende ongeloof in de onafhankelijkheid en de objectiviteit van de wetenschap?
Allereerst valt dan te denken aan de stroom van berichten over fraude, plagiaat, beïnvloeding door financiers, en andere vormen van wetenschappelijk wangedrag. Zorgelijker is dat deze incidenten — want dat zijn het mijns inziens — het topje van de ijsberg vormen van een veel breder probleem. De academische wetenschap is geleidelijk verworden tot een artikelenindustrie waarin maximalisatie van de productie tegen zo laag mogelijke kosten het hoofddoel is geworden. Het gevolg is een onafzienbare reeks publicaties die niet veel meer zijn dan kopieën van eerdere publicaties — van de auteur zelf of van andere auteurs — met een paar minieme wijzigingen. Het oorspronkelijke doel van de wetenschap, het zoeken naar nieuwe, diepere inzichten in hoe de wereld werkt, wordt steeds meer naar de achtergrond gedrongen.
‘Publicatiedruk leidt tot conformisme. Eerder onderzoek wordt klakkeloos overgenomen’
Een van de gevolgen hiervan is dat conformisme in het wetenschappelijke bedrijf hoogtij viert. Hetzelfde doen wat anderen al gedaan hebben, maakt het een stuk gemakkelijker een artikel gepubliceerd te krijgen dan creativiteit en originaliteit. Conformisme komt je wetenschappelijke carrière doorgaans meer ten goede dan tegendraadsheid. Het resultaat is dat wetenschappers elkaar vaak klakkeloos napraten. Allerlei ’feiten’ worden voortdurend herhaald, zonder dat iemand de moeite neemt te onderzoeken of ze echt kloppen, terwijl dat bij uitstek de taak van de wetenschap zou moeten zijn.
Op deze plek heb ik de afgelopen vierenhalf jaar met enige regelmaat vermeende waarheden op mijn eigen vakgebied — arbeidsmarkt en sociaal beleid — kritisch tegen het licht gehouden. Meer dan eens constateerde ik dat het niet om feiten ging maar om mythen, of dat er op zijn minst reden was om nog eens heel goed te kijken naar stellingen als: de baan voor het leven bestaat niet meer, werkenden veranderen steeds vaker van baan, flexibilisering is een gevolg van globalisering en te strikte ontslagbescherming, de mismatch op de arbeidsmarkt neemt toe, alles verandert steeds sneller, er is geen werkende arbeidsmarkt voor ouderen, de kloof tussen hoogopgeleiden en laagopgeleiden wordt steeds groter, et cetera.
Iedere keer verbaasde ik me erover hoe gemakkelijk dergelijke opvattingen worden verkondigd, ook door mijn vakgenoten, terwijl er zo goed als geen bewijs voor is. Vaak volstaat het om wat cijfers op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek of zijn Europese evenknie Eurostat te raadplegen om vast te stellen dat de werkelijkheid net iets anders in elkaar zit.
‘Goede wetenschap is niet “ook maar een mening”, maar veronderstelt wel kritisch onderzoek van de gepresenteerde feiten’
Als wetenschappers zelf niet (meer) de moeite nemen om de geldigheid van hun uitspraken te checken, moeten zij niet gek opkijken als ‘gewone’ burgers hun opvattingen niet zonder meer als waar aannemen. Goede wetenschap is niet ‘ook maar een mening’. Maar dat veronderstelt wel dat wetenschappers de ‘feiten’ die zij verkondigen eerst zelf kritisch onderzoeken — zeker degenen die zich in het maatschappelijke debat mengen.
Ik hoop dat ik u de afgelopen jaren zo nu en dan aan het denken heb kunnen zetten over zaken waarvan u tot dan toe niet twijfelde aan het waarheidsgehalte. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat mijn kijk op de zaak automatisch de juiste was. Als u mijn boodschap ter harte neemt, treedt u ook mijn versie van de waarheid met gepast wantrouwen tegemoet!
Paul de Beer is hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam.