Europa na corona
Onder de titel 'Europa na corona' schreef het FD dit najaar een essaywedstrijd voor jongeren uit. De beste drie essays worden in het FD gepubliceerd. Vandaag de nummer 2: het essay van Maurits Bredius.
Corona heeft meer dan ooit blootgelegd hoe een Europese Unie die maar half af is, crises versterkt in plaats van oplost. De Europese leiders kunnen besluiten over verdere integratie daarom niet langer mijden. In plaats van sluipende integratie door te voeren in crisistijd, moeten zij het lef hebben om het institutionele raamwerk te hervormen. Zij moeten weeffouten herstellen en duidelijkheid voor de burgers scheppen. De Europeanen verdienen een nieuw verdrag.
Eerst het probleem. In 1992 sloegen de EU-lidstaten met het Verdrag van Maastricht niet alleen economisch, maar ook politiek de handen ineen. Sommigen vonden dat dit project moest uitmonden in een ‘Verenigde Staten van Europa’, uitgerust met alle bevoegdheden en middelen van een volwaardige federale staat. Die visie is echter nooit gerealiseerd omdat de lidstaten bij pogingen tot integratie vaak hun nationale belangen lieten prevaleren boven die van Europa. Het resultaat: aan de vooravond van de coronacrisis was de EU een reus op lemen voeten.
Weeffouten
Begin 2020 kende de EU een gemeenschappelijke interne markt zonder een gemeenschappelijk economisch vangnet om soelaas te bieden bij een pan-Europese crash. Een onafgemaakte eurozone – een monetaire unie zonder begrotingsunie - die bail-outs van het armere zuiden verbood. En een Europese Centrale Bank (ECB) die zich hierdoor noodgedwongen al jaren op juridisch omstreden terrein begaf met kwantitatieve verruiming om het zuiden kredietwaardig te houden. Door deze weeffouten kon iedere pan-Europese ramp resulteren in een opeenstapeling van andere crises.
Precies dit gebeurde in maart. Wat begon als een gezondheidscrisis mondde uit in een economische, politieke, financiële en constitutionele crisis. Doordat de Europese Commissie (EC) niet over een omvangrijk noodfonds beschikte toen de economie plots dreigde in te storten, besloot zij noodgedwongen tot een versoepeling van het staatssteunverbod. Het essentiële level playing field van de interne markt raakte hierdoor ernstig verstoord: het rijke Duitsland kon zijn bedrijfsleven veel beter steunen dan dat Spanje dit kon. De onafgemaakte eurozone verergerde de situatie doordat die financiële steun van noordelijke lidstaten naar zuidelijke lidstaten niet toestond. Dit leidde tot grote politieke spanningen en Italiaanse staatsobligaties die afzakten tot net boven junkstatus.
‘Peilingen wijzen uit dat voor de EU een federale staat een onwaarschijnlijke uitkomst is’
Juist toen hulp van de ECB het hardst nodig was, wreekte zich het omstreden karakter van haar kwantitatieve verruimingsbeleid. Het Duitse Constitutioneel Hof oordeelde dat de ECB met het opkoopprogramma mogelijk haar mandaat had overschreden. Hierdoor werd noodzakelijke hulp aan het zuiden onzeker. Bovendien ging het Duitse Hof in tegen het Hof van Justitie van de EU, waarmee de suprematie van laatstgenoemd hof in de Europese rechtsorde in het geding kwam. Ook deze constitutionele crisis vloeide voort uit het onvolmaakte karakter van de Unie.
Na moeizame onderhandelingen besloten de lidstaten deze zomer tot de oprichting van het coronaherstelfonds. Hoewel het een belangrijk signaal van Europese solidariteit is, biedt het slechts een doekje voor het bloeden. De eenmalige gemeenschappelijke schulduitgifte door de Unie geeft landen als Italië op korte termijn stabiele toegang tot de kapitaalmarkt, maar voorkomt niet dat hun torenhoge begrotingstekorten op den duur weer toenemen.
Tekentafel
Het steunpakket lost structureel niets op aan de gebreken van de EU. Het is dus de hoogste tijd dat de regeringsleiders teruggaan naar de tekentafel: de Europese burgers hebben recht op duidelijkheid over wat de EU wel en niet kan en mag. En de EU heeft meer middelen en speelruimte nodig. De reus verdient goed schoeisel.
Integratie moet gerealiseerd worden via een verdragswijziging en niet via ‘backdoor integration’. De EU-leiders beseffen dat de vorming van een nieuw institutioneel raamwerk een moeizaam ratificatieproces behelst. Sinds de Franse en Nederlandse afwijzing van de Europese grondwet in 2005 weten zij dat nationale referenda zich vaak tegen verdere integratie uitspreken. Voorstellen tot significante verdragswijzigingen zijn daarom sinds 2007 uitgebleven.
Backdoor integration kwam hiervoor in de plaats: crisissituaties worden aangegrepen om ad hoc besluiten te nemen die op gespannen voet staan met de tot dat moment algemeen aanvaarde beginselen. Eenmalige acties blijken vaak achteraf een permanent karakter te hebben, veelal gerechtvaardigd door ruime interpretatie van verdragsartikelen. Zo bleek de ‘no bail-out’-verdragsclausule niets waard toen de eurocrisis uiteindelijk bezworen werd met financiële steun aan Griekenland. En de ECB, oorspronkelijk opgericht als hoeder van de prijsstabiliteit, voert al jaren economisch steunbeleid door het opkopen van zuidelijke staatsobligaties.
Herkenbaarheid
Deze sluipende integratie moet stoppen. Het versterkt het wantrouwen jegens de Europese politiek en instituties en houdt populisme populair. De burgers herkennen zich op den duur niet meer in de politieke unie waarvan hun land deel uitmaakt. Niet voor niets was een veelgehoord argument van het brexitkamp ‘we never signed up for this’.
De EU heeft dus een nieuw verdrag nodig dat kan rekenen op brede steun van haar burgers. Peilingen en wetenschappers, zoals hoogleraar politiek Andrew Moravcsik, wijzen erop dat een federale staat een onwaarschijnlijke uitkomst is. De primaire drijfveer voor integratie is immers altijd het eigenbelang van de lidstaten. Daarom moet een succesvol nieuw verdrag juist ruimte laten voor verschillende nationale wensen, alsook beleidsterreinen en bevoegdheden duidelijk markeren. Zo’n ‘Europa van verschillende snelheden’ zou zowel eurofielen als eurosceptici teleurstellen. Maar het zou de basis vormen voor effectieve en bestendige Europese samenwerking.
Maurits Bredius studeert rechten in Leiden en eerder Amerikaanse geschiedenis in Oxford. Ook werkt hij bij advocatenkantoor Ysquare.
Het FD organiseert de essaywedstrijd in samenwerking met Studio Europa Maastricht. Bekijk en luister het essay als visuele podcast op www.boulevardeuropa.nl. Boulevard Europa is een initiatief van Studio Europa Maastricht.