Al jaren pleit Macron voor meer strategische autonomie voor de EU. Het huidige EU-voorzitterschap van Frankrijk had de katalysator moeten zijn. Maar dat dreigt te mislukken, schrijft Europa-expert Catherine de Vries.
Illustratie: Hein de Kort voor Het Financieele Dagblad
Emmanuel Macron, net voor vijf jaar herkozen als president van Frankrijk, lanceerde jaren geleden al een plan voor een strategisch autonoom Europa. De Europese Unie moet volgens Macron niet alleen op economisch en technologisch vlak minder afhankelijk worden van andere landen, maar ook op het gebied van defensie en veiligheid.
In de periode dat Donald Trump als president van de Verenigde Staten alle internationale regels aan zijn laars lapte en zijn blik richtte op China, probeerde Macron de andere Europese regeringsleiders te overtuigen dat de EU autonomer zou moeten opereren.
Met de brute Russische inval in Oekraïne, die plaatshad tijdens het huidige Franse voorzitterschap van de Europese Raad, zou je verwachten dat het nu makkelijker is om sceptische EU-lidstaten te overtuigen het concept van strategische autonomie te omarmen.
Eind juni loopt het voorzitterschap van Frankrijk af. Maar het lijkt erop dat Macron niet aan de hooggespannen verwachtingen kan voldoen. Met zijn lauwe militaire steun aan Oekraïne en zijn vastberadenheid om maar te blijven praten met de Russische president Vladimir Poetin, verspeelt Macron zijn kans om de strategische autonomie van de EU te bevorderen.
Strategisch kompas
In reactie op de oorlog in Oekraïne heeft de EU wel onverwachts snel stappen gemaakt op defensievlak. Terwijl de Unie in gezamenlijk industriebeleid niet veel vorderingen maakte, vonden onder Frans voorzitterschap topontmoetingen over defensie en de ruimte plaats. Ook werd een strategisch kompas goedgekeurd: een omvangrijk actieplan voor een krachtiger Europees veiligheids- en defensiebeleid voor de periode tot aan 2030.
Daarnaast dienden de traditioneel neutrale landen Finland en Zweden, een aanvraag voor lidmaatschap bij de Navo in en komt in Denemarken een referendum over hun uitzonderingspositie (opt out) op Europees buitenlands- en veiligheidsbeleid.
Tegelijkertijd heeft Macron zijn eigen pleidooi voor strategische autonomie ondermijnd door zijn houding tegenover Oekraïne. Uit recente enquêtes van Ipsos en Bertelsmann Stiftung blijkt dat een duidelijke meerderheid van de Europeanen voorstander is van een kandidaatlidmaatschap van de EU voor Oekraïne, het ontvangen van Oekraïense vluchtelingen en het leveren van meer wapens aan het Oekraïense leger. Toch aarzelt de Franse regering.
Terugkrabbelen
De Fransen krijgen hierin steun van hun Duitse collega’s. Kondigde bondskanselier Olaf Scholz in april in een historische toespraak in de Bondsdag nog aan de militaire uitgaven van Duitsland fors op te hogen, nu krabbelt Duitsland terug. Militaire uitgaven verhogen en leveringen van zware wapens bleken toch knap lastig te realiseren.
In de Franse en Duitse gelederen dringt maar moeilijk het besef door dat een mogelijke Russische overwinning in Oekraïne grote gevolgen kan hebben voor de veiligheid en stabiliteit van de EU. In Oost- en Noord-Europa is dat besef er wel.
Talloze Europese landen hebben militaire hulp aan Oekraïne geleverd, maar in Frankrijk bleef het opvallend stil. Franse functionarissen geven aan dat ze de Oekraïense regering alles hebben gegeven waar ze om vroeg. Klaarblijkelijk heeft Frankrijk gewoon niet veel militair materieel dat Oekraïense troepen snel kunnen (leren) gebruiken.
Ook het persoonlijke contact tussen Macron en Poetin roept vragen op. Macron benadrukt iedere keer dat het openhouden van kanalen met Poetin belangrijk is. De Amerikaanse president Joe Biden en veel Europese regeringsleiders zijn van mening dat het belangrijker is om, gegeven de sancties, de Russische leider te isoleren.
‘Met de Russische invasie van Oekraïne is de geopolitieke vakantie van Europa definitief voorbij’
De Poolse premier Mateusz Morawiecki formuleerde het onlangs in een toespraak als volgt: ‘President Macron, hoe vaak heeft u met Poetin onderhandeld? Wat heeft u bereikt? Zou u ook met Hitler, met Stalin, met Pol Pot willen onderhandelen?’
Er is ook kritiek op de Franse houding als het gaat om de gevoelige vraag hoe de oorlog in Oekraïne te beëindigen. Macron heeft opgeroepen tot een spoedig staakt-het-vuren en onderhandelingen. Maar de leiders van de Baltische staten en ook de Poolse regering zijn van mening dat Rusland moet worden verslagen om zo de EU te beschermen.
‘Poetins agressie zal alleen maar groeien als we niet genoeg doen om Rusland te stoppen’, zei premier Kaja Kallas van Estland in een interview met Time Magazine eind maart. De Oost-Europeanen zagen het gevaar van Rusland al veel eerder en beter. Het zou goed zijn als de West-Europeanen hiernaar gaan luisteren.
Wat de uitkomst ook mag zijn, met de Russische invasie van Oekraïne is de geopolitieke vakantie van Europa definitief voorbij. De oorlog zou voor de EU-leiders een aansporing moeten zijn om eindelijk tot een werkzaam en gezamenlijk Europees buitenland- en veiligheidsbeleid te komen, in de schaduw van de Navo.
Op eigen benen
Vooral ook omdat wij als Europeanen ons niet meer volledig kunnen vastklampen aan Amerikaanse bescherming. Wie ook de volgende Amerikaanse presidentsverkiezingen gaat winnen, een Democraat of een Republikein, de Amerikanen blijven zich richten op de Asia-Pacific-regio en vinden dat Europa meer zelf moet doen.
Een Franse of Frans-Duitse Alleingang helpt andere EU-lidstaten niet bij het vormgeven van een gezamenlijk beleid. De veto’s van de Hongaarse regering onder leiding van Viktor Orbán, zoals we bijvoorbeeld met betrekking tot een olie-embargo zagen, zijn al genoeg stoorzender.
Catherine de Vries is hoogleraar politieke economie aan de Bocconi Universiteit in Milaan.
Wilt u reageren?
Uw bijdrage wordt zeer op prijs gesteld door de redactie van Het Financieele Dagblad. Stuur uw reactie naar opinie@fd.nl. De spelregels voor lezersbijdragen vindt u hier.