Eind vorige week lekte uit dat BNP Paribas interesse heeft om staatsbank ABN Amro te kopen. Een delegatie van de Franse financiële gigant had een onderhoud gevraagd en gekregen op het ministerie van Financiën, met 56% nog altijd de grootaandeelhouder. Beleggers zien de overname wel zitten, de beurskoers van ABN Amro schoot vrijdag omhoog na jaren van kwakkelen.
De belangstelling van BNP biedt het kabinet een uitgelezen mogelijkheid om zich te beraden wat het wil met deze staatsbank. Nu kan het nog een grote overnamepremie eisen voor zijn meerderheidsbelang en daarmee zijn miljardeninvestering uit 2009-2010 zo veel mogelijk terugverdienen.
De afgelopen vier jaar heeft de minister van Financiën zich weinig tot niets gelegen laten liggen aan de bank. Er zijn geen aandelen verkocht, de bank stond ogenschijnlijk niet op zijn radar. Dat is nu veranderd. Met BNP Paribas klopt een grote Europese speler aan de deur, met sterke posities in België, Frankrijk en Italië.
Er zijn wel twee maren aan verbonden. BNP heeft veel Zuid-Europese staatsobligaties op de balans staan waar mogelijk Hollands spaargeld tegenover komt te staan. DNB moet bij een overname borgen dat ook in crisistijden niet kan worden geschoven met Nederlandse liquiditeiten ten bate van het grotere goed.
Een tweede punt van aandacht is het sentiment rond Frans-Nederlandse relaties. De moeizame verstandhouding tussen KLM en moederbedrijf Air France voedt die nu al enkele jaren. Het bracht het kabinet-Rutte III er zelfs toe een stevig belang te kopen in het holdingbedrijf.
Er zijn ook alternatieven denkbaar. Scandinavië kent een aantal sterke banken waaronder Nordea. Die heeft vaker in Amsterdam aangeklopt. Een fusie maakt van ABN Amro een robuustere bank met meer groeimogelijkheden buiten de eigen landsgrenzen. Een Duitse partner ware interessant geweest gegeven de sterke economie van de oosterburen, maar het lokale bankenlandschap kent op dit moment vooral probleemgevallen.
Financiën kan dichter bij huis kijken om ABN Amro meer massa te geven. Die andere staatsbank — de kwakkelende Volksbank — kan worden ingeschoven, zodat een derde Nederlandse kampioen ontstaat. Het ontstane verlies aan diversiteit is overzienbaar.
Kortom, er zijn volop mogelijkheden. Financiën heeft steeds volgehouden geen industriepolitiek te willen bedrijven maar de bank enkel terug naar de markt te brengen. Die houding is lastig vol te houden nu partijen aankloppen. Er is visie gewenst. Bijkomend voordeel: het nieuws over BNP leidde dit weekeinde nauwelijks tot politieke commotie. Dat was voor het eerst sinds de nationalisatie in 2008.