Ruim twee op de drie werkgevers willen dat er minder wordt geflexwerkt, blijkt uit onderzoek. Arbeidsrechtadvocaten krijgen hier veel vragen over en ook in vacatures komt flexwerken minder vaak voor als arbeidsvoorwaarde.
Die tendens komt — onder meer — door de krapte op de arbeidsmarkt. Daardoor loopt de werkdruk op en dat leidt ertoe dat leidinggevenden nauwkeurig willen weten waar een werknemer mee bezig is. Verdoet die niet te veel tijd aan wasjes draaien en boodschappen doen? Daarbij mist de leidinggevende de samenhang tussen collega's. Wie werkt waar, wanneer? Teams veranderen soms in los zand en fervente thuiswerkers in buitenbeentjes die veel nieuwe collega's niet eens kennen.
Intussen vinden werkenden het juist heerlijk, de flexibiliteit die dankzij corona normaal werd: ruim twee derde wil ten minste de helft van de tijd vanuit huis werken. Een deel van hen wil het liefst nooit meer terug naar kantoor.
Het gesprek over deze uiteenlopende voorkeuren komt vaak maar lastig van de grond. Een rondgang van het FD leverde verhalen op van werkgevers die graag praten over mooie kantoren en veel flexibiliteit, maar niemand wilde ervaringen delen over worstelingen met de leegheid van het kantoor. Terwijl die er wel zijn. Er wordt geklaagd over collega's die nooit komen, over stille kantoortuinen, en er wordt gevreesd voor de bijeffecten. Want wat doet al dat thuiswerken met de betrokkenheid van de werknemer? Blijft de productiviteit op peil?
Twitterbaas Elon Musk verordonneerde zijn personeel 'ten minste 40 uur per week' op kantoor te werken. Die starre houding slaat de plank mis. Want flexibiliteit biedt kansen. Voor werkenden om de werkplek en werktijd af te stemmen op de taak. Concentreren in de kantoortuin is lastig, thuis in je eentje brainstormen ook. En voor de werkgever: die kan het kantoor transformeren tot een ruimte waarin samenwerken centraal staat.
Een leidinggevende mag aan flexibiliteit best voorwaarden stellen, bijvoorbeeld dat het team regelmatig en op vaste dagen bij elkaar komt. Werknemers moeten zich realiseren dat zij meer dienen dan alleen hun eigen belang. Leidinggevenden moeten tegelijkertijd niet bang zijn dat werknemers naar de concurrent hollen zodra werken op kantoor ter sprake komt.
De bal voor dit gesprek ligt bij de leidinggevende. Die moet de doorwinterde thuiswerker aanspreken. Samen kunnen zij afspraken maken die iedereen vooruit helpen. Als dat lukt, heeft die coronapandemie toch nog wat opgeleverd.