
Waarom ontbreekt een prijsplafond op Russisch gas in het energieoffensief dat Brussel afgelopen woensdag presenteerde? Toen Eurocommissaris Frans Timmermans deze vraag kreeg, had hij zijn antwoord al klaar. Er zijn landen die erom vragen, maar er zijn ook heel veel landen die het niet willen, legde hij uit. 'En we willen niet dat iets in de Europese Raad sneuvelt wat Poetin in de kaart speelt.'
De Russische president Vladimir Poetin wil niets liever dan de lidstaten van de Europese Unie tegen elkaar opzetten, zo meent Brussel. Hij gebruikt daarbij gas als wapen. En hoewel de EU rap afkickt van Russisch gas — het is nog maar 9% van de totale gasimport tegen 40% begin dit jaar — zijn de verschillen tussen de lidstaten groot. En dus vereist dit item behoedzaamheid.
Eenheid uitstralen en twistpunten mijden: dat gevoel domineert ook de discussie over een andere vraag die Brussel al een tijdje bezighoudt: is het EU-verdrag nog wel geschikt voor de onzekere wereld van vandaag de dag? Nee, meent menigeen. Vooral als het gaat om buitenlandbeleid zoals sancties, is de EU vaak traag en inefficiënt.
Wekenlange impasse
Besluiten hierover vereisen unanieme instemming, waardoor één land alles kan blokkeren. Dat leidde voor de zomer nog tot een wekenlange impasse over een Europese boycot van Russische olie. Hongarije, met Poetin-versteher Viktor Orbán aan het roer, lag dwars en werd slechts met vergaande concessies over de streep getrokken. Poetin moet zich verkneukeld hebben.
Maar om de procedure aan te passen en te vervangen door stemmen met gekwalificeerde meerderheid, is een verdragswijziging nodig. En dat vereist weer een conventie, een platform waar alle EU-instituten en lidstaten hun zegje kunnen doen.
Zo'n conventie beleggen zal niet het grootste probleem zijn, want het Europarlement wil het al langer en een simpele meerderheid van de lidstaten volstaat om ertoe over te gaan. Maar voor de verdragswijziging die uit zo'n conventie moet voortvloeien is wel weer unanieme instemming van de lidstaten nodig. En daar zit de crux: kleine landen die nu nog weleens een afwijkend geluid laten horen in de EU, piekeren er niet over om hiermee akkoord te gaan.
Catch 22
Het is een klassieke catch 22. Tegenstanders van een conventie zijn duidelijk: zo'n overleg legt alleen maar verdeeldheid bloot en staat zo op gespannen voet met de behoefte om juist in deze tijden eenheid uit te stralen. Voorstanders zeggen daarentegen: juist in tijden van crisis komen de gebreken van de bestaande afspraken aan het licht, dus het is nu of nooit.
De Finse premier Sanna Marin mengde zich afgelopen week in de discussie. Ze was naar Straatsburg afgereisd om in het Europarlement haar visie op de toekomst van Europa te geven. Regeringsleiders van Estland, Italië, Ierland, Kroatië en Griekenland gingen haar voor.
Marin heeft met haar extatische danspasjes, publiek geworden via een gelekte video, een grotere internationale bekendheid vergaard dan veel van haar voorgangers. Ze wist de ogen dus op zich gericht toen ze zei: 'We zullen de Russische chantage en de winter die voor ons ligt overleven, maar daar hebben we wel eensgezindheid voor nodig. Een crisis is niet het moment om een debat te openen over de verdragen.'
Tegenvaller én oppepper
Marins standpunt was een tegenvaller voor de grootste pleitbezorgers van een conventie en verdragswijziging. Maar zij kregen een dag later al een onverwachte oppepper. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen gaf haar jaarlijkse 'troonrede' in het Europarlement en helemaal aan het einde van haar relaas van meer dan een uur, zei de Duitse: 'Net als dit parlement geloof ik dat het moment voor een Europese conventie is aangebroken.'
In het Kremlin gaan ze er alvast goed voor zitten. Conventie of niet, de verdeeldheid is er al. Hoe gaat dit aflopen? Het antwoord ligt mogelijk verscholen in wat de Duitse bondskanselier Olaf Scholz hier onlangs over zei, namelijk dat de EU wel móét hervormen als de geplande expansie met Oekraïne, Moldavië en een aantal Balkan-landen doorgaat. Want als je met 27 landen al moeite hebt om unanimiteit te bereiken, dan wordt dat met ruim dertig landen schier onmogelijk.
Maar hij predikte, zoals je van een Duitse regeringsleider mag verwachten, geleidelijkheid en tact. 'Ik snap de zorgen van kleine lidstaten', zei Scholz. 'Mijn boodschap aan hen is: laten we zoeken naar compromissen. Die verantwoordelijkheid hebben wij en iedereen die voorstander is van stemmen met meerderheid.'