In het kort
- Nederland wil in 2031 een nieuw groot windpark boven de Waddeneilanden hebben dat waterstof gaat produceren.
- De waterstof moet via een hergebruikte pijpleiding aan land worden gebracht.
- Er komt een tender voor deze 'grootste offshore waterstoffabriek ter wereld'.
De eerste grootschalige waterstofproductie op zee zal, als het aan het kabinet ligt, plaatsvinden ten noorden van de Waddeneilanden. Er moet een windpark komen dat goed is voor circa 500 megawatt aan elektrolysecapaciteit en rond 2031 operationeel moet zijn.
Minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66), die het plan maandag bekendmaakte, spreekt van de grootste offshore waterstoffabriek ter wereld. Bedrijven kunnen inschrijven op een aanbesteding die de overheid later in de markt zal zetten.
'Met dit plan lopen we wereldwijd voorop', laat Jetten weten. 'Het is bovendien een flinke stap bovenop de doelstelling uit het klimaatakkoord van 4 gigawatt elektrolyse in 2030. Het gebied hebben we nu al als voorkeurslocatie aangewezen zodat de voorbereidingen snel kunnen beginnen en we de sector duidelijkheid geven zodat zij hun investeringsplannen kunnen gaan maken.'
Bestaande gasleiding hergebruiken
Het kabinet heeft grote ambities met duurzaam geproduceerde ('groene') waterstof. Dat moet op termijn in veel toepassingen aardgas vervangen. Bij de verbranding van waterstof komt in tegenstelling tot aardgas geen broeikasgas CO₂ vrij. En als waterstof wordt gemaakt met CO₂-vrije energiebronnen zoals wind- en zonne-energie, draagt het bij aan het tegengaan van klimaatverandering.
Het Noordzeegebied boven de Wadden is gekozen omdat er al een windpark gepland staat voor de productie van elektriciteit. Ook kan er mogelijk een bestaande aardgasleiding worden hergebruikt voor het transport naar land en kan het goed worden aangesloten op het waterstofnetwerk dat Gasunie wil aanleggen op land.
Eerst een pilot
Voordat de overheid tenders uitschrijft, zal Jettens ministerie nog belangrijke zaken uitwerken samen met de provincie Groningen en betrokken partijen. Een daarvan is de aanlanding van de leiding om de waterstof van het windpark aan land te brengen. Een ander is de wijze waarop waterstofproductie veilig en ecologisch verantwoord kan plaatsvinden.
Als opstap naar dit project heeft het ministerie een kleiner proefproject in gedachten, met een elektrolysecapaciteit van circa 50 tot 100 megawatt. 'Hiermee moeten de eerste mankementen uit de techniek gehaald worden zodat het project van 500 megawatt efficiënt gerealiseerd kan worden', aldus het kabinet.
Kritiek
Een van de uitdagingen zal de commerciële haalbaarheid zijn. Bij de productie van waterstof gaat veel energie verloren, waardoor waterstof een stuk duurder is om te maken dan aardgas. Bij het omzetten van elektriciteit in waterstof gaat zo’n 25% van de energie verloren.
Bert van Renselaar, business director energietransitie bij advies- en ingenieursbureau Sweco, is kritisch. 'Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek betaalde een gemiddeld huishouden vorig jaar ruim €3200 aan aardgas', schreef hij maandag in een opiniestuk in het FD. 'Dat is een stuk meer dan de €1500 in 2021, maar nog altijd een stuk minder dan bij het gebruik van waterstof. Voor een gemiddeld huishouden is zo’n 350 kilogram waterstof per jaar nodig en dat kost, als we kijken naar de prijzen van de afgelopen jaren, tussen de €3500 en €9000.'
'De hoop is dat [groene] elektriciteit zo goedkoop is dat waterstofkosten fors zullen afnemen. Maar zelfs bij een daling op basis van huidige marktverwachtingen zijn mensen nog steeds drie keer zoveel kwijt als bij verwarming op aardgas', aldus Renselaar.