Technocratische politicus wordt politieke technocraat
Met Luis de Guindos krijgt de Europese Centrale Bank een doortastende pragmaticus als tweede man
Met Luis de Guindos krijgt de Europese Centrale Bank een doortastende pragmaticus als tweede man
Ruim jij dat vandaag even op, kreeg Hercules te horen. De Griekse held stond in de stal van koning Augias tot zijn oksels in de drek die drieduizend runderen dertig jaar lang hadden gelost. Hercules verlegde de loop van twee rivieren, en spoelde de stal schoon.
Een soortgelijke opdracht wachtte Luis de Guindos toen hij eind 2011 aantrad als Spaans minister van economie. De nu 58-jarige Madrileen kreeg toen de helse klus om tegelijkertijd de Spaanse economie uit het moeras te trekken en grote schoonmaak te houden in de financiële sector. 'Een herculestaak', oordeelde de nationale krant El País.
Als econoom en voormalige bankier had De Guindos zeker het juiste profiel om een verdienstelijke poging te wagen. Dat de politicus van de conservatieve partij Partido Popular (PP) er echter in geslaagd is om zo veel reputatie op te bouwen dat hij op 1 juni Vítor Constâncio opvolgt als vicepresident van de Europese Centrale Bank (ECB), heeft met meer te maken.
Politieke moed bijvoorbeeld. Te midden van een diepe recessie drukte De Guindos onpopulaire arbeidsmarkthervormingen door. Vorig jaar probeerde hij ook als eerste politicus het nieuwe Europese mechanisme uit, bedoeld om faillissementen van banken op ordentelijke wijze af te wikkelen. Daardoor zagen de houders van achtergestelde obligaties van Banco Popular, op dat ogenblik de op vijf na grootste bank van Spanje, de waarde van hun belegging in rook opgaan.
Die moed belet De Guindos niet om politiek pragmatisch te zijn. Zo hield hij na zijn aantreden zes maanden lang vol dat Spanje geen bail-out nodig had, totdat het land een Europese kapitaalinjectie accepteerde die tot €100 mrd kon oplopen om zijn bankensector overeind te houden.
De Guindos kan putten uit heel wat ervaring, zowel binnen de overheid als daarbuiten. Vers van de schoolbanken begon hij als econoom te werken voor de overheid. Vier jaar later maakte hij de overstap naar de private sector, waar hij onder meer voor beurshuis AB Asesores werkte. Van 1996 tot 2004 diende hij onder de toenmalige PP-minister van financiën Rodrigo Rato als directeur-generaal economisch beleid. Nadat de conservatieve partij in 2004 bij de kiezer uit de gratie was gevallen, verdween De Guindos alweer naar de private sector.
Daar had hij op de eerste rij kunnen zitten voor een spoedcursus bank-ellende. De Guindos was directeur Spanje en Portugal bij Lehman Brothers, maar was daar al vertrokken toen de zakenbank op 15 september 2008 op de fles ging en daarmee een wereldwijde financiële crisis ontketende.
De Guindos greep als minister drastisch in en schoof de Spaanse centrale bank de facto opzij bij het uitmesten van de augiasstal die de Spaanse banksector heet. Hij redde daarbij verschillende banken met belastinggeld, liet toxische effecten van hun balansen schrapen, en benoemde nieuwe commissarissen bij die banken.
De Guindos greep als minister drastisch in en schoof de Spaanse centrale bank de facto opzij bij het uitmesten van de augiasstal die de Spaanse banksector heet
Zijn politieke adelbrieven zijn een tweesnijdend zwaard bij een instelling die zich onafhankelijk wil opstellen. Het is ongetwijfeld positief dat de ECB een man aan boord krijgt die precies weet hoe het politieke spel werkt. Anderzijds bestaat de vrees dat met de komst van De Guindos de ECB-directie politiseert. Hij is wel nooit rechtstreeks democratisch verkozen, en geldt als een technocraat.
Een monetair zwaargewicht is De Guindos in elk geval niet. De rooms-katholieke vader van twee heeft zijn benoeming in grote mate te danken aan zijn nationaliteit. Spanje had volgens de ongeschreven regels recht op een bestuurder in de ECB-directie. De verwachting is dat De Guindos noch duif noch havik blijkt. Dat wil zeggen dat hij geen grote voorkeur heeft voor het stimuleren van de economische groei boven het in toom houden van de inflatie.
Het vicepresidentschap sluit een latere politieke carrière niet uit, zo bewees Lucas Papademos. De voorganger van Constâncio werd eind 2011 voor ruim een half jaar premier van Griekenland. Als - jawel - technocraat kreeg hij toen een rol in de Griekse tragedie nadat George Papandreou was afgetreden. De ECB hoeft voor De Guindos dus geen eindpunt te zijn.