
In het kort
- Dinsdag en donderdag zijn de populairste dagen om op kantoor te werken.
- Dat leidt tot problemen in het openbaar vervoer.
- De NS hoopt dat werkgevers afspraken maken zodat niet al het personeel op dezelfde dagen naar kantoor komt.
- Maar hóé het beste hybride gewerkt kan worden, is voor veel werkgevers nog een zoektocht.
Afspraken maken om het deeltijd werken op kantoor over de hele werkweek te spreiden. Dat is volgens de Nederlandse Spoorwegen belangrijk om te voorkomen dat treinen tijdens de spits op dinsdag en donderdag vaak twee keer zo vol zitten als op woensdag en vrijdag. Werkgevers moeten daarbij helpen, vindt de vervoerder.
In januari al bleek uit onderzoek van de NS onder 23.000 treinreizigers dat zij vooral dinsdag en donderdag geschikte dagen vinden om op kantoor te werken. Inmiddels ziet de vervoerder dat ook terug in de praktijk. Woensdag hebben veel mensen hun vaste vrije dag, net als maandag, en vrijdags begint voor velen al het weekend.
Spitsrechten
Erik Verhoef, hoogleraar Vervoerseconomie aan de Vrije Universiteit, ziet mogelijkheden om het reizigersgedrag aan te passen. Vervoerders kunnen spitsmijden aantrekkelijk of spitsrijden onaantrekkelijk te maken. 'Dat gebeurt nu al, maar grofmazig. De tarieven in de hyperspits, op de piek van de spits, zouden bijvoorbeeld een beetje omhoog kunnen, en daarbuiten omlaag. Voor corona werd hier al over gesproken. Het is zonde als we het niet doen.' Een andere mogelijkheid noemt Verhoef verhandelbare spitsrechten voor de trein. 'Een grote werkgever zou dan een x-aantal spitsrechten kunnen kopen en die verdelen over de medewerkers. Sommigen mogen dan in de spits reizen, de rest pakt de trein eerder of later. En onderling kan geruild worden.'
De verschillende tarieven voor de piek- en daluren in de trein nog verder differentiëren, ziet de NS niet als acute oplossing. Bovendien zijn op dit moment de treinen nog niet zo druk als voor corona. Woordvoerder Arno Leblanc benadrukt dat nog niet duidelijk is hoe de werkweek er uiteindelijk uit zal komen te zien. 'Het is een glazen bol. Wij willen werkgevers vooral stimuleren het gesprek aan te gaan over het spreiden van werktijden. Net als we dat ook doen in gesprek met onderwijsinstellingen.' Als voorbeeld noemt Leblanc Inholland. Die hogeschool, met vestigingen in acht steden in het westen van het land en zo'n 25.000 studenten, maakte in juni afspraken over het spreiden van lestijden om zo de druk op het openbaar vervoer te verlichten.
Goede voorbeelden gezocht
Het gesprek over hóé werk post-corona het slimst kan worden ingedeeld, wordt momenteel gevoerd aan keukentafels, bij de koffieautomaat en in bestuurskamers. Uit recent onderzoek van werkgeversvereniging VNO-NCW blijkt dat werkgevers daarbij vooral zoeken naar goede voorbeelden die hen kunnen helpen zelf de juiste strategie te kiezen. Hybride werken wordt gemeengoed, luidt de overtuiging, maar hoe, dat is 'koffiedik kijken', aldus beleidssecretaris Willem van Toor. In de middellangetermijnvisie schreef VNO-NCW eerder dit jaar de spreiding van werktijden en een nieuwe mix tussen het werken op kantoor en thuis, belangrijk te vinden om 'de druk op de wegen- en spoorinfrastructuur en het milieu' te verminderen.
Van Toor wijst er verder op dat het reisgedrag is veranderd. Sommigen pakken sinds corona liever de fiets of auto dan de trein. Dat blijkt ook uit eerder onderzoek van de NS. Volgens VNO-NCW is het daarom belangrijk dat wordt geïnvesteerd in de infrastructuur, ook al omdat er volgens het CBS de komende tien jaar mogelijk een miljoen inwoners bij komen. Volgens hoogleraar Vervoerseconomie Verhoef moet bijbouwen zeker niet uitgesloten worden, maar is de beste manier om de piekdrukte snel aan te pakken toch gedragsverandering. Op het spoor en op de weg.