Een ruim balkon: buitenleven in de stad
Iedereen wil graag meer buiten leven en dichter bij de natuur staan. Hoe doe je dat als je in een appartement woont? Het antwoord van architecten en ontwikkelaars is eenduidig: balkons moeten groter en beter.
Iedereen wil graag meer buiten leven en dichter bij de natuur staan. Hoe doe je dat als je in een appartement woont? Het antwoord van architecten en ontwikkelaars is eenduidig: balkons moeten groter en beter.
Overal ter wereld zijn steden aan het verdichten, ook in Nederland. Gevolg: meer mensen wonen in een toren. Dat heeft allerlei voordelen. Je hoeft de lift maar te nemen en je staat midden in de stad. Je woont hoog, droog en rustig tussen de wolken, hebt een geweldig uitzicht en het vertier ligt aan je voeten.
Wel zijn appartementen in woontorens relatief duur en is de buitenruimte beperkt. Althans, zo was het. Want die buitenruimte, die vinden we steeds belangrijker. Omdat het klimaat verandert, de stad verdicht, we meer contact willen met de natuur, en ja, toch ook wel door corona. Iedereen die in lockdown zat zonder tuin of fijn balkon, weet waar we het over hebben.
Bij de bouw van nieuwe torens gaat daarom meer aandacht naar de buitenruimte. ‘Dat komt deels doordat het nieuwe Bouwbesluit dat voorschrijft’, zegt Irma van Oort, van het Rotterdamse architectenbureau KCAP. ‘Maar er is zeker ook sprake van een trend. Balkons worden steeds groter.’
KCAP heeft talloze innovatieve woontorens op zijn naam staan. Van de zo goed als buitenruimte-loze Red Apple in Rotterdam (124 meter hoog, gebouwd in 2009) tot Zuiderzicht in Antwerpen. Die laatste ontwierp KCAP in samenwerking met evr-architecten.
‘Hoe hoger je woont, hoe mooier je uitzicht, maar ook: hoe meer wind’
Zuiderzicht heeft luxueuze balkons, terrassen en ‘wintertuinen’, waar je je buiten waant, maar toch behaaglijk warm blijft. ‘De behoefte aan buitenruimte is voor iedereen anders’, zegt Van Oort. ‘Gezinnen willen zoveel mogelijk buitenruimte, om te spelen en te eten en te barbecueën. Drukbezette tweeverdieners vinden de avondzon belangrijk.’ Voor ouderen is het ook weer anders. ‘Zij willen iets te doen hebben, tuinieren bijvoorbeeld.’
In Zuiderzicht hebben ze aan al die verschillende behoeftes ruimte gegeven, met behulp van een zogeheten ‘warme schil’, waar ze de buitenruimtes als het ware in opgehangen hebben. ‘Het leuke is dat je op deze manier een heel levendig gebouw creëert. Zeker als mensen in de weer gaan met potten en planten geeft dat vanbuiten een heel leuk beeld.’
Balkons inzetten als blikvanger, dat is wat het veelgeprezen Britse architectenbureau Heatherwick Studio als geen ander kan. Neem hun ontwerp voor Eden, in Singapore. Dat gebouw vormt met zijn opvallende, schelpvormige balkons, waar tropische hangplanten vrolijk uit naar buiten puilen, een contrast met de hermetisch gesloten woontorens eromheen. En Alberni, in Vancouver, twee woontorens, van 30 en 39 verdiepingen, met aan alle kanten enorme, golvende balkons. ‘We hebben lang en diep nagedacht over de ontwerpen en hoe deze zich moeten aanpassen aan de verwachtingen die mensen nu hebben van hun steden en huizen. Niet alleen in Singapore en Vancouver, maar overal ter wereld’, zegt Thomas Heatherwick op designplatform Dezeen. ‘Mensen willen grotere, beter bruikbare buitenruimtes die hun leefruimte vergroten, zodat ze werk- of vrije tijd buiten kunnen doorbrengen.’
De trend om binnen- en buitenleven in elkaar te laten overlopen, krijgt ook in Nederland vorm. Kijk maar naar The Grid, een woongebouw aan het IJ, in Amsterdam, dat net als Zuiderzicht, in Antwerpen, door KCAP is ontworpen.
The Grid is een gebouw dat zijn naam dankt aan een opvallend raster van verspringende, natuurstenen blokken. De gevel bestaat helemaal uit balkons, al herken je ze misschien niet meteen als zodanig. Maar als het mooi weer is, kunnen bewoners de bovenste helft van hun enorme glazen gevelraam helemaal openschuiven, waardoor inpandige loggia’s ontstaan, waar ze, beschermd tegen wind, heerlijk buiten kunnen zitten. Met genoeg ruimte om met meerdere mensen aan tafel te zitten. Gewoon, in hun eigen woonkamer. ‘De hoge bouwprijzen dwingen ons op zoek te gaan naar meer flexibiliteit’, zegt Van Oort. ‘Als je dezelfde vierkante meters kunt gebruiken als binnen- en buitenruimte, scheelt dat enorm.’ Het ging ze bij The Grid trouwens niet alleen om buitenruimte, maar ook om licht. ‘Sommige woningen hebben wel vijf balkons. Die brengen een zee aan licht binnen.’
Balkons voorzien niet alleen in de menselijke behoefte aan buitenruimte. Ze spelen ook een belangrijke rol in het tegengaan van hittestress, een van de belangrijkste aandachtspunten bij het verdichten van steden. Balkons bieden namelijk de kans om meer groen aan te brengen, daar waar al zoveel ruimte wordt ingenomen door steen. Het was de Italiaanse architect Stefano Boeri die voor de troepen uit liep, met zijn radicale Bosco Verticale, in Milaan: twee torens, van 112 en 80 meter hoog. Tegen de gevels ervan en tussen de balkons liet hij achthonderd bomen en duizenden planten groeien.
Inmiddels is Boeri’s concept overal ter wereld omarmd. Nederlands eerste Boeri staat in Eindhoven: de Trudo Toren op Strijp S. Een toren van 70 meter hoog, waaraan duizenden struiken en planten klimmen en hangen, en waar alle bewoners een eigen balkon met een groenbak met een volwassen boom hebben. Bijzonder aan de Trudo Toren is dat het het eerste verticale bos is voor sociale woningverhuur.
In Utrecht wordt gebouwd aan Wonderwoods. Dat bestaat uit een hoge toren van Boeri en een lagere toren van Roberto Meyer, die is uitgerust met serres, kassen en wintertuinen.
Minder hittestress en meer biodiversiteit is ook wat Robert Winkel, van Mei architects and planners, voor ogen heeft met Sawa. Deze woontoren in Rotterdam heeft werkelijk alle vinkjes: hij is duurzaam, van hout, circulair, demontabel, inclusief, betaalbaar, sociaal en gezond, want ontworpen volgens de wetten van de biofilie, die meer natuur in de gebouwde omgeving predikt. Opvallend zijn de enorme buitenruimtes, die soms oplopen tot meer dan 100 vierkante meter. Let wel: het Bouwbesluit schrijft minimaal 4 vierkante meter aan buitenruimte voor.
In Sawa zorgen bloem- en plantenbakken voor privacy tussen de woningen, en op de eerste verdieping bevindt zich een grote gezamenlijke moestuin. Het groenconcept is bedacht door een ecoloog; een automatisch irrigatiesysteem zorgt ervoor dat bewoners er geen omkijken naar hebben.
Volgens Winkel is er voor mensen die vegetarisch zijn of vegan ‘geen woonproduct waarmee je je kunt identificeren. Met Sawa bieden wij die groep een groen alternatief voor de kiloknallers.’ Die groep blijkt groot, de appartementen in Sawa gingen als Kipstuckjes over de toonbank. Op sommige appartementen werd wel veertig keer ingeschreven. ‘Zowel consumenten als beleggers staan te springen om te investeren in appartementen waar een groen en sociaal concept aan ten grondslag ligt.’
De appartementen met de mooiste buitenruimtes gaan het snelst. In het geval van Sawa zijn dat de woningen rond de twaalfde verdieping, die op het noordwesten georiënteerd zijn. ‘Daar geniet je het langst van de avondzon en kun je, als je ’s avonds uit je werk komt, nog lang buiten zitten.’
De wind is wel een dingetje. ‘Een grappige paradox’, vindt Winkel: ‘Hoe hoger je woont, hoe mooier je uitzicht, maar ook: hoe meer wind.’ Gelukkig hoef je voor terrasjes en vertier alleen maar de lift naar beneden te nemen.
Dit artikel is gemaakt door de redactie van FD Persoonlijk. Lees al onze verhalen op fd.nl/persoonlijk.