De Nederlandse zorg loopt tegen financiële en vooral ook personele grenzen aan. Dat dwingt tot scherpe maatschappelijke keuzes, vindt Zorginstituut Nederland, maar een debat daarover is er volgens deze adviseur van de minister van Volksgezondheid nog nauwelijks. Een 'bewustwordingscampagne' moet het thema een zetje geven.
Een huisarts kijkt in 2040 naar een overvolle wachtkamer. Beeld uit een tv-spot van Zorginstituut Nederland.Foto: Zorginstituut Nederland
In het kort
Zorginstituut Nederland probeert een publiek debat over de toekomst van de zorg aan te zwengelen.
De samenleving moet zicht krijgen op de ingewikkelde dilemma's waar beleidsmakers voor staan.
Die moeten op hun beurt de rug recht houden, stelt voorzitter Sjaak Wijma, en gevestigde belangen in de zorg zullen moeten wijken.
Vertwijfeld staat huisarts Derk Runhaar in de deuropening van zijn stampvolle wachtkamer. Het is 2040, en de zorg is vastgelopen. Er zijn te weinig zorgverleners en materialen. Vooral kwetsbaren zijn de dupe, die 'moeten we aan hun lot overlaten'.
Het is een dystopische scène in een spotje van Zorginstituut Nederland. Deze onafhankelijke adviseur van de minister van Volksgezondheid hoopt, met een 'bewustwordingscampagne' die vandaag begint, een maatschappelijke discussie over de toekomst van de zorg aan te jagen.
De boodschap: totale ontwrichting van de zorg is nog te voorkomen, maar dan moeten er wel scherpe keuzes gemaakt worden. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat er meer gemeenschapsgeld naar maatschappelijk werk gaat, en minder naar peperdure behandelingen van zeldzame aandoeningen.
Met de campagne opent het wat technocratisch opererende Zorginstituut de luiken. 'Onze kerntaak is het samenstellen van een pakket van goede verzekerde zorg', zegt voorzitter Sjaak Wijma. 'De ingewikkelde dilemma's die daarbij komen kijken, losten we voorheen binnenskamers op, op ons kantoor in Diemen-Zuid. Maar we zien dat we de samenleving nodig hebben. Die moet zich dan alleen wel bewust zijn van de keuzes die voorliggen.'
Grenzeloos vertrouwen
Zo ver is het nog lang niet, blijkt uit een enquête die het Zorginstituut liet uitvoeren. Ruim twee derde van de ondervraagden was niet of nauwelijks op de hoogte van de dreiging van onhoudbare zorgkosten. 'Mensen hebben kennelijk een grenzeloos vertrouwen dat het zorgloket toch wel openblijft', zegt Wijma. Ook een andere uitkomst is volgens hem problematisch: een minderheid van de ondervraagden zet vraagtekens bij de solidariteit die maakt dat Nederlanders onvoorwaardelijk meebetalen aan elkaars zorgkosten.
De publiekscampagne moet iets forceren. Verontrustende rapporten zijn er inmiddels wel genoeg, meent Wijma, die eerder vijfentwintig jaar actief was als gynaecoloog. 'De zaak komt nog nauwelijks in beweging. Dit filmpje is bedoeld als wake-upcall, niet alleen voor de zorg maar voor de samenleving als geheel.'
Sjaak WijmaFoto: Zorginstituut Nederland
Het Zorginstituut heeft een soms impopulaire taak. Het adviseert de minister over het al dan niet vergoeden van behandelingen en medicijnen. Sommige middelen tegen ernstige aandoeningen zoals taaislijmziekte, of nieuwe technologieën zoals operatierobots, zijn peperduur. Voor individuele patiënten en hun naasten is het simpel: die willen toegang tot zo'n behandeling. Het Zorginstituut probeert een bredere afweging te maken, en soms is de conclusie dat de kosten maatschappelijk niet te verantwoorden zijn.
'Pas normale prijzen als de samenleving nee zegt'
Publieke en politieke druk zorgen er regelmatig voor dat de minister toch tot financiering overgaat. 'Voor farmaceutische bedrijven en andere fabrikanten betekent dat: ze zeggen toch wel ja,' zegt Wijma. 'Ze gaan die spullen pas tegen normale prijzen aanbieden als de samenleving nee zegt.'
In een eerder advies riepen het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit politici al op de rug recht te houden in zulke gevoelige dossiers. Wijma: 'Als de politiek blijft hameren op deelbelangen, dan gaat de politiek de gezondheid van de samenleving schaden.'
Idealiter zouden die Haagse ruggengraten in de toekomst minder op de proef gesteld worden, omdat de kiezer zelf al een brede afweging maakt. Dat gaat verder dan discussies over het vergoeden van dure geneesmiddelen. 'Het gaat niet om de keuze voor of tegen een individueel medicijn, het gaat om de keuze tussen dat medicijn of iets anders', zegt Wijma. Een euro zorggeld kan maar een keer uitgegeven worden, net zoals een zorgverlener maar op een plek tegelijk mensen kan helpen.
Ziekenhuizen delen niet het hele verhaal
De oud-arts waarschuwt dat gevestigde belangen in de zorg zullen moeten wijken. Hoe moeilijk dat is, blijkt bij de voorgenomen concentratie van operaties van kinderen met een aangeboren hartafwijking. Vlak voor zijn vertrek dacht demissionair zorgminister Hugo de Jonge het al decennia slepende dossier te beslechten. Na felle protesten van ziekenhuizen die 'verloren' ligt de uitvoering van het besluit voorlopig stil.
'Daar is volgens mij niet het hele verhaal met de samenleving gedeeld.' zegt Wijma. 'Als mensen hun historische belangen niet zelf ter discussie kunnen stellen, wordt er over ze gesproken in plaats van met ze. De overheid heeft zich altijd heel bescheiden opgesteld. Maar als het belang van de samenleving in het geding is, moet je als overheid je rol nemen. Dan zeg je tegen aanbieders: dit vinden wij goede zorg, hoe gaan jullie het uitvoeren? En als jullie er zelf niet uitkomen, dan doen wij het.'
Dure medicijnen, zeldzame operaties, dat zijn zaken die spelen aan de aanbodzijde van de zorg. Daar moet het altijd maar doelmatiger, uit elke euro zorggeld moet zo veel mogelijk medische aandacht gewrongen worden. Daar moet het niet meer over gaan, vindt Wijma. Hij wil meer aandacht voor de vraagkant.
Meer aandacht voor welzijn
Dat betekent: inzetten op welzijn, om te voorkomen dat mensen uiteindelijk zorg nodig hebben. 'Alle vragen verdien een antwoord, maar dat hoeft niet altijd een medisch antwoord te zijn,' zegt Wijma. 'Tot nu toe zetten we steeds een rem op welzijn, en niet op de zorg. We doen ook alsof het twee gescheiden werelden zijn. Dat is in het coalitieakkoord anders: de regering wil niet alleen investeren in ziek zijn.'
In de toekomst zou dat er heel goed toe kunnen leiden dat er relatief minder geld naar de zorg gaat, en meer naar het sociaal domein. Het is ook wel logisch dat mensen vaak bij de zorg (zoals de huisarts of de spoedeisende hulp) terechtkomen, zegt Wijma. Die loketten zijn nooit dicht, en die van de gemeente wel.
Oude grenzen zullen moeten verdwijnen. Wijma: 'Dit kan niet slagen als er partijen niet gaan meedoen. En we moeten het gevestigde belang van de zorg ter discussie stellen. Als maatschappelijke doelstellingen dat vereisen, moet de zorg een stap terugdoen.'
Enquête over de zorg
Zorginstituut Nederland ondervroeg ruim 2000 Nederlanders over de staat en toekomst van de zorg. 69% van de respondenten staat open voor een reorganisatie van de zorg, als die nodig is om stijgende zorgkosten te beteugelen.
64% vindt dat er meer nadruk moet komen op voorkomen dan op genezen. Er is weinig animo voor hogere zorgpremies en een eigen bijdrage voor bezoek aan de huisarts.
Ruime meerderheden willen dat er meer aandacht moet komen voor het hebben van een gezonde leefstijl. Dat moet ook makkelijker gemaakt worden, vindt 82% van de deelnemers.
Op dwang zitten weinigen te wachten, maar 40% vindt dat mensen die ongezond leven een hogere premie zouden moeten betalen. Dat staat haaks op het solidariteitsbeginsel.
Meer dan 34% van de ondervraagden was helemaal niet bekend met het probleem van onhoudbaar stijgende zorgkosten, en ruim 43% hooguit een beetje. Nog geen 5% zei 'volledig op de hoogte' te zijn.