
In het kort
- In tijden van krapte zijn jonge werkenden extra veeleisend: hun behoefte aan autonomie en flexibiliteit is groot.
- In de advocatuur en accountancy is het minder vanzelfsprekend om het partnerschap te ambiëren.
- Werkgevers trekken alles uit de kast om jong personeel enthousiast te houden.
Bij advocatenkantoor Van Doorne verschuiven de panelen. Veel meer dan vroeger hebben de 200 advocaten en notarissen behoefte aan autonomie en flexibiliteit, blijkt uit intern onderzoek. 'Vooral bij die jonge generatie zie je dat het werk in hun leven moet passen', zegt arbeidsrechtadvocaat Els de Wind. 'Zij willen graag hard werken om een goede advocaat te worden, maar niet doorlopend. En het moet duidelijk en bijtijds gecommuniceerd worden als zij in het weekend aan de slag moeten.'
Bij de Nederlandse Orde van Advocaten staat het hoog op de agenda: hoe kunnen kantoren jonge werknemers enthousiasmeren voor het partnerschap? De ambitie om te gaan voor de top is niet meer vanzelfsprekend. Advocaten zijn alert want de trend is onmiskenbaar: jongeren willen vaker parttime werken.
Uit CBS-cijfers bleek deze week weer dat de deeltijdbaan in trek is. Ook onder hoogopgeleiden. Van de mannen tussen de 25 en 30 jaar in deze categorie gingen er sinds halverwege vorig jaar 11.000 in deeltijd werken. De meeste jongemannen werken voltijds (221.000 versus 50.000 in deeltijd), maar hun aantal nam het afgelopen jaar met 5000 af. Bij hoogopgeleide vrouwen ligt het percentage deeltijdwerkenden sowieso op ruim meer dan de helft.
De trend is ook te zien in andere beroepsgroepen. Sectoren waar medewerkers kunnen opklimmen tot partner merken dat het minder vanzelfsprekend is dat mensen dit ambiëren. ING deed begin dit jaar onderzoek naar de accountancy en concludeerde dat vooral de twintigers minder bereid zijn om veel uren te werken. Jongeren zouden zich bovendien niet per se lang aan een organisatie willen binden.
In 2020 bleek ook al uit onderzoek van beroepsvereniging NBA dat de werkdruk jonge accountants afschrikt. Negen op de tien gaven aan dat de hoge werkdruk negatief uitpakt voor hun persoonlijke welzijn. De helft twijfelde aan de beroepskeuze.
Stand-stillperiode
Bij Van Doorne ziet De Wind de toenemende behoefte aan flexibiliteit niet als iets negatiefs. Het houdt de partnergroep, waartoe ook zij behoort, scherp. Samen met de hr-afdeling wordt nagedacht over veranderingen. Zo is het nu makkelijker om een sabbatical op te nemen omdat de vraag ernaar steeg. Er wordt meer gesproken over ontwikkeling en perspectief en sinds kort kunnen advocaten een 'stand-stillperiode' inlassen.
De Wind: 'Ons beroep is gericht op groei en promotie maken. Maar soms hebben mensen daar een bepaalde periode geen tijd of ruimte voor. In ons functiehuis kun je een pas op de plaats maken. Je werkt gewoon, maar klimt niet op. Vroeger werd je dan gezien als niet ambitieus, maar dat is nu anders.' Of het partnermodel in de toekomst nog voldoet aan de wensen van de advocaten, dat valt te bezien. 'Misschien is dat ook wel aan modernisering toe.'
Tekorten
Werkgevers wringen zich in bochten om in tijden van grote personeelstekorten het werk alsnog gedaan te krijgen. 'Een uitdaging', noemt werkgeversvereniging VNO-NCW het. Werkgeversvereniging AWVN spreekt van 'de slag om de werkende' en benadrukt dat de krapte vooral bij de jongeren zit.
Hun devies: investeer in meer mogelijkheden om thuis te werken, richt werk flexibel in en maak het aantrekkelijker met zaken als sportfaciliteiten. Dat soort ingrepen zouden jongeren moeten verleiden om fulltime te werken.
Onderdeel van een systeem
Een 'emancipatoire beweging' noemt Marjolein ten Hoonte, directeur Arbeidsmarkt bij Randstad Groep Nederland de veranderende houding van de jonge werkenden. Uit een groot onderzoek dat het uitzendbureau liet uitvoeren onder de beroepsbevolking kwam een goede werk-privébalans als grote wens naar voren. Eerder was dat verlangen er minder. Maar zij is daar niet per se negatief over. 'Het is goed dat deze groep voor zichzelf opkomt', stelt zij. 'Deze generatie moet langer werken, dat moeten ze dan wel kunnen volhouden.'
Tegelijkertijd baart het Ten Hoonte zorgen dat de jongeren niet altijd beseffen dat ze onderdeel zijn van een systeem. 'Het werk moet gedaan worden. Als iedereen in deeltijd gaat werken, kan de solidariteit onder druk komen te staan. Ook benadrukt zij het belang van economische onafhankelijkheid waaraan het 'zeker bij vrouwen' nog schort.
'Het is daarom extra belangrijk om te onderzoeken onder welke voorwaarden mensen juist meer willen gaan werken', zegt ze. Dan moet het bovendien lonen. In de praktijk blijkt dat het in veel beroepen, bijvoorbeeld in de zorg, nauwelijks iets oplevert als mensen meer gaan werken. Fiscaal pakt het regelmatig nadelig uit.
Ten Hoonte: 'Natuurlijk — dat belastingstelsel moet anders. Je moet het wel voelen in je portemonnee als je meer gaat werken. En je moet ervoor zorgen dat mensen meer flexibiliteit krijgen om het werk in hun leven in te passen. Dat moet samenkomen.'