Kledingindustrie Bangladesh vergroent, omdat de klanten het willen
Mosabber Hossain
In de internationale top 10 van groene kledingfabrieken staan negen Bengalese bedrijven. Die ommezwaai in Bangladesh kwam na de ramp met het Rana Plaza-gebouw, en omdat klanten het eisen. Zonne-energie en waterbesparing zijn belangrijke innovaties.
Bangladesh heeft van alle kleding-exporterende landen het grootste aantal milieuvriendelijke fabrieken, zo claimt althans de landelijke textiellobby.Foto: Piyas Biswas/Getty
In het kort
Het instorten van een textelfabriek bracht de barre arbeidsomstandigheden in Bangladesh aan het licht.
Tien jaar later is er onder internationale druk veel veranderd, ook op gebied van duurzaamheid en loopt het land voorop.
Fabrikanten zien vraag naar verantwoord geproduceerde kleding toenemen, waardoor gemoderniseerde fabrieken zichzelf terugbetalen.
Shefali Akter was 19 toen ze haar eerste baan vond in een kledingfabriek ten westen van de Bengalese hoofdstad Dhaka. Maar na een jaar stopte ze ermee omdat ze de lange, zware werkdagen in een overvolle fabriekshal voor een laag loon niet meer aankon. Ze ging terug naar haar geboorteplaats in het noorden.
Maar toen ze jaren later, inmiddels 26 en getrouwd, terugkwam in dezelfde regio met kledingindustrie, ontdekte ze dat de arbeidsomstandigheden in sommige fabrieken enorm waren verbeterd.
Bij de fabriek van de Snowtex Group, waar Akter nu werkt, verdient ze 13.500 taka (ongeveer €120) per maand; overuren worden extra betaald, een gezonde lunch is gratis en ze heeft één dag per week vrij. De goed geventileerde fabriek heeft – net als een zusterbedrijf in de buurt – zonnepanelen, waardoor de elektriciteitskosten zijn gehalveerd.
Volgens Snowtex is ook het waterverbruik gedaald, met 30%, doordat regenwater wordt opgevangen en maatregelen tegen verspilling zijn genomen. Overal op het fabrieksterrein zijn bomen geplant en er zijn moestuinen waar de werknemers goedkoop organische tomaten, kool, bloemkool en rode amarant kunnen kopen.
Internationale druk
De kledingfabrieken in Bangladesh hadden jarenlang de reputatie dat er onder vaak barre arbeidsomstandigheden goedkope kleren werden gemaakt, maar onder internationale druk om de kledingproductie te vergroenen en te verduurzamen komt daar nu verandering in.
Het land telt nu 186 fabrieken met een ‘groen’ Leed-certificaat van de Amerikaanse Green Building Council (USGBC) – Leed staat voor Leadership in Energy and Environmental Design. In 2014 waren slechts drie Bengalese fabrieken Leed-gecertificeerd.
De verschillende Leed-certificaten (platina, goud, zilver en basis) zijn gekoppeld aan een puntenscore voor onder andere vermindering van de CO₂-uitstoot, lager energie- en waterverbruik, duurzamer vervoer en materiaalgebruik, arbeidsomstandigheden en kwaliteit van het binnenklimaat. Van die 186 fabrieken hebben er 62 een platina certificaat; er zijn er 110 met goud en 10 met zilver, aldus de Bangladesh Garment Manufacturers and Exporters Association (BGMEA).
In 2013 kwamen ruim 1100 mensen om het leven toen het Rana Plaza-gebouw in Dhaka instortte, waarin kledingateliers gevestigd waren. Daarop kwamen de eigenaren van kledingfabrieken onder zware druk uit binnen- en buitenland om voor veiliger arbeidsomstandigheden te zorgen.
Sommige bedrijven begonnen hun fabrieken tegelijkertijd ook milieuvriendelijker te maken – een beleid dat steeds meer navolging krijgt, vooral nu kledingconsumenten in de hele wereld zelf milieubewuster worden en vaker kiezen voor klimaatvriendelijk geproduceerde kleding. Dat heeft ertoe geleid dat Bangladesh momenteel van alle kleding-exporterende landen het grootste aantal milieuvriendelijke fabrieken heeft, aldus de BGMEA.
De kledingfabrieken in Bangladesh hadden de reputatie dat er onder vaak barre arbeidsomstandigheden goedkope kleren werden gemaakt, waarbij geen acht werd geslagen op gevolgen voor het milieu.Foto: Piyas Biswas/Getty
Groener en goedkoper
De twee platina-gecertificeerde fabrieken van Snowtex, ongeveer 25 kilometer ten westen van Dhaka, staan op een terrein met een vijver die dient als wateropslag; de werknemers krijgen gratis een gezonde lunch, werken in een goed geventileerde omgeving en hun salarisbetaling is geautomatiseerd.
‘We dragen zorg voor goede en veilige arbeidsomstandigheden voor ons personeel’, zegt S.M. Khaled, managing director van Snowtex, een bedrijf met 19.000 medewerkers en een jaaromzet van $250 mln, dat kleding maakt voor merken als Columbia, Decathlon en C&A. Khaled zegt dat de medewerkers het management via een app een bericht kunnen sturen als er een probleem is ‘en dat onderzoeken we dan met de hoogste prioriteit’.
Hij merkt op dat groenere fabrieken niet alleen goed zijn voor het milieu, maar dat ze ook geld besparen. Het energieverbruik van de twee fabrieken bij Dhaka is 50% lager dan van traditioneler opgezette fabrieken van Snowtex.
‘Grote merken willen kleding inkopen van groene fabrieken, daarom hebben we nu een betere onderhandelingspositie.’
Kledingfabrikant Fazlul Haque
Zonnepanelen op de Snowtex-fabrieken leveren 25 megawatt per maand, ongeveer 10% van alle elektriciteit die nodig is om ze te laten draaien. Nog eens 86% van de elektriciteit wordt ingekocht bij andere leveranciers van zonne-energie; slechts 4% wordt opgewekt met fossiele brandstoffen, zegt Khaled.
Volgens hem is een ‘groene’ fabriek weliswaar 30 à 35% duurder om te bouwen dan een traditionele fabriek, maar worden de water- en energiekosten in de loop van de tijd steeds lager en kiezen klanten steeds vaker voor een milieuvriendelijke fabriek.
Daglicht
Andere kledingfabrikanten zijn dezelfde weg ingeslagen. Zo heeft Plummy Fashions van Fazlul Haque een van de grootste fabrieken op zonne-energie van heel Bangladesh. Het gebouw, ten zuiden van Dhaka, heeft glazen wanden en grote dakramen, waardoor de verlichting minder kost en het personeel meer daglicht heeft.
Door die maatregelen is de CO2-uitstoot nu 35% lager dan van een traditionele fabriek; het waterverbruik is met 40% afgenomen door gebruik van waterbesparende kranen en reservoirs voor de opvang van regenwater, aldus Haque. ‘De ramp in Rana Plaza was een grote schok voor me. Toen sprak ik met mezelf af dat als ik ooit een fabriek zou beginnen, het geen torenhoog fabrieksgebouw zou zijn, maar dat het een groen gebouw moest worden’, zegt hij.
Doordat steeds meer kledingmerken klimaat- en personeelsvriendelijke producten willen, zorgen ze er ook voor dat investeringen in betere fabrieken zichzelf terugbetalen, zegt Haque, wiens fabriek werkt voor modemerken als Calvin Klein, Tommy Hilfiger en Next. ‘Grote merken willen kleding inkopen van groene fabrieken’, zegt Haque, ‘daarom hebben we nu een betere onderhandelingspositie’.
Shima Akter, die in de fabriek van Plummy Fashions werkt, zegt dat het er niet snikheet is zoals in andere fabrieken – en dat ze wordt benijd omdat ze in een ‘groene fabriek’ werkt.
'Het volgende concurrentieniveau'
Md. Ashraful Al Amin Khan, manager van de GIII Apparel Group, die voor merken als Calvin Klein en Tommy Hilfiger kleding inkoopt, zegt dat zijn bedrijf langetermijncontracten heeft getekend met enkele groene fabrieken.
‘We bezoeken die fabrieken vaak en zijn tevreden over de lonen en de arbeidsomstandigheden van de werknemers’, zegt hij. Volgens hem zijn alle vooraanstaande kledingmerken nu bezig met vergroening van hun collecties. ‘Bangladesh doet het erg goed.’
Faruque Hassan, de voorzitter van de BGMEA, zegt dat Bangladesh nu al meer LEED-gecertificeerde kledingfabrieken telt dan enig ander land.
Een daarvan, een fabriek van Green Textile Limited in Mymensingh, werd in februari uitgeroepen tot de best-scorende, LEED-gecertificeerde kledingfabriek ter wereld, aldus de BGMEA. In totaal staan negen Bengalese fabrieken in de internationale top-tien van LEED-gecertificeerde kledingfabrieken.
Ridhwanul Haq, hoogleraar bedrijfskunde aan Dhaka University, zegt dat de productie van confectiekleding veertig jaar de motor van de Bengalese economie is geweest, maar dat de vergroenende kledingindustrie nu zorgt dat het land klaar is voor ‘het volgende concurrentieniveau’ – en Bangladesh zal helpen de eigen klimaatdoelen te halen.
Bron: Reuters / Vertaling: Hans Scholten
Aanvullingen en verbeteringen:
In het artikel stond aanvankelijk dat 13.500 taka ongeveer €1250 is. Maar 13.500 taka is ongeveer €120.