Over een maand bestaat de VAR niet meer. Per 1 mei wordt het boterbriefje van de zzp'er vervangen door een apart contract voor iedere klus. De onrust onder zelfstandigen is groot .
Het zaaltje is afgeladen vol. Tientallen zzp'ers zijn toegestroomd naar de workshop van FNV Zelfstandigen om te horen hoe het straks moet als hun vertrouwde bewijs van zelfstandig ondernemerschap verdwijnt. In plaats van deze zogeheten Verklaring Arbeidsrelatie (Var), elk jaar klakkeloos verstrekt door de Belastingdienst na het invullen van een A4'tje met vragen, moeten ze gaan werken met opdrachtovereenkomsten per klus. Bergen administratie vrezen ze en erger nog: dat zij opdrachten mislopen of niet meer kunnen werken op de oude vertrouwde manier.
Dat risico is niet denkbeeldig, blijkt uit de uiteenzetting van FNV-juristen Marcel van der Zande en Juliët Limburg. Vooral mensen die via aaneensluitende contracten langere tijd achtereen voor één opdrachtgever werken of steeds via dezelfde intermediair aan opdrachten worden geholpen, lopen het risico dat de fiscus ze als werknemer aanmerkt. Met als gevolg dat zowel opdrachtgever als -nemer (achteraf) loonbelasting en premies moet afdragen. En daar zitten zij geen van beiden op te wachten.
Risico's
Maar ook zzp'ers met wisselende opdrachten, zoals vertalers, tekstschrijvers of tolken, lopen fiscale risico's. De Belastingdienst toetst namelijk per opdracht of er sprake is van een inhoudingsplichtige arbeidsrelatie en de opdrachtgever dus sociale premies moet inhouden. Werk je bijvoorbeeld ergens een dagdeel per week vast met daarnaast opdrachten via intermediairs en losse klussen, dan kan de fiscus je werkzaamheden steeds anders beoordelen. Haal je daardoor niet langer de grens van 1225 uur per jaar aan in eigen bedrijf, dan verspeel je je zelfstandigenaftrek — een fiscale handreiking van ruim € 7000.
‘Inhoudelijk blijft de fiscus precies dezelfde eisen stellen aan het zzp'er-schap’, probeert Limburg de gemoederen te sussen. ‘De drie pijlers aan de hand waarvan hij toetst of er sprake is van een zogeheten inhoudingsplichtige arbeidsrelatie zijn het ontbreken van loon, werkgeversgezag en vrije vervanging. Met name door toetsing aan de laatste twee kan een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen een arbeidsrelatie waarvoor wel of niet loonbelasting en premies ingehouden moeten worden.'
Naar eigen inzicht
Met werkgeversgezag en vrije vervanging wordt bedoeld dat je vrij bent om het werk naar eigen inzicht in te richten om tot het gewenste resultaat te komen. En dat je de mogelijkheid hebt om iemand anders te sturen in jouw plaats. ‘Leg je dat vast in een modelcontract of via een individuele overeenkomst van opdracht en houden beide partijen zich daaraan, dan heb je net als bij de Var zekerheid vooraf dat je niet alsnog als werknemer wordt aangemerkt.’
Aan slechts een van die drie pijlers hoeft te worden voldaan om niet aangemerkt te worden als inhoudingsplichtige arbeidsrelatie, benadrukt Van der Zande. ‘In de praktijk zal je als zzp'er vaak sturen op de pijler ‘geen werkgeversgezag', omdat die vrije vervanging niet opgaat. Heel veel zzp'ers worden immers ingehuurd vanwege hun specifieke vaardigheden of talenten. En loonbetaling zal bij een zzp'er altijd wel aan de orde zijn.' Een klus doe je immers tegen betaling, wil hij maar zeggen.
Ga je voor 'geen werkgeversgezag', dan staat er al een goedgekeurde, generieke modelovereenkomst met die strekking klaar op de site van de Belastingdienst. Daarin zijn de zogeheten ‘kernbedingen’ geel gearceerd die vrijwaring vooraf mogelijk maken, zoals dat de zzp'er zijn werkzaamheden verricht zonder toezicht of leiding van de opdrachtgever en de volle verantwoordelijkheid hiervoor aanvaardt.
Dat klinkt simpel, maar op papier is het duidelijker dan in de praktijk, zo blijkt al snel. ‘Ik word vaak ingehuurd om verandertrajecten tot stand te brengen’, stelt een freelance projectmanager. ‘Om dat te kunnen doen, maak ik dan tijdelijk deel uit van het managementteam, maar ik kan niet volledig mijn eigen gang gaan. Ik moet bijvoorbeeld rekening houden met de verbeterplannen die al zijn afgesproken en de besluiten die binnen het MT worden genomen.’ Hoe strookt dat met die regel over werkgeversgezag, vraagt hij zich af. Anderen vallen hem bij. ‘Ik weet dat ik zelfstandig ondernemer ben, maar hoe bewijs ik dat?’ vraagt een consultant.
Grijs gebied
Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden, zegt Boris Emmerig, belastingadviseur bij Deloitte Global Employer Services. 'Er is een groot grijs gebied. Of wel of niet sprake is van een arbeidsrelatie wordt in de rechtspraktijk beoordeeld op basis van het hele plaatje.’ Die holistische benadering maakt volgens hem de uitkomst onvoorspelbaar. ‘Dat zag je bij de uitspraken rondom de pakketbezorgers van PostNL. In drie van de acht zaken oordeelde de rechtbank dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst, in vijf gevallen niet. Terwijl de overeenkomst die de vijf met het bedrijf hadden vrijwel hetzelfde was.’
Met andere woorden: op papier kun je aan de voorwaarden van zelfstandig ondernemerschap voldoen, maar dat moet ook uit de praktijk blijken. Bij de VAR was dat ook zo, maar dat controleerde de Belastingdienst amper. Zijn controlecapaciteit is sindsdien weinig uitgebreid, maar het grote verschil is dat de fiscus nu ook de opdrachtgever aansprakelijk stelt. Emmerig: ‘Dat maakt het makkelijker voor de Belastingdienst. In plaats van dat deze achter tweehonderd kleine zelfstandigen aan moet, kan de dienst nu in één keer een steekproef uitvoeren bij een bedrijf.’
Eerlijker regels
Dat maakt de nieuwe wet DBA (Deregulering beoordeling arbeidsrelaties) ook eerlijker dan zijn voorganger, zegt Josien van Breda, directeur van FNV Zelfstandigen. ‘Wij hadden moeite met de VAR omdat die moeilijk kon worden gehandhaafd. En als er sprake was van een verkapte arbeidsrelatie waren alle gevolgen voor de zzp'er. Dat zag je bij de controles in de thuiszorg. De Belastingdienst trok toen bij tientallen medewerkers de Var in, waardoor ze nergens meer aan de slag konden. Terwijl het bemiddelingsbureau tegen dezelfde voorwaarden wel niet-gecontroleerde zzp'ers aan het werk kon zetten. Er was geen gelijk speelveld.’
Onder de nieuwe wet DBA zijn opdrachtgever en zelfstandige er samen verantwoordelijk voor dat ze een correcte invulling geven aan hun arbeidsrelatie. Dat is winst, volgens Van Breda, en om die reden heeft de FNV de wet ook gesteund. ‘Maar er zijn nog veel losse eindjes', voegt ze er meteen aan toe. ‘Daarom hebben we ook geijverd voor een overgangsperiode. Tijdens het eerste jaar controleert de Belastingdienst wel, maar legt hij geen boetes op — behalve als er evident sprake is van fraude. Hij zal alleen voorlichting geven. En als dat jaar te kort blijkt om de zaken helder te krijgen, gaan wij ijveren voor verlenging.’
Tijdens de overgangsperiode komt er ook een commissie van wijzen, die de kaders verder zal uitwerken en heeft de fiscus inmiddels een handreiking gepubliceerd met rode en groene bepalingen die de beleidsregels moeten verduidelijken.
In slaap gesust
De VAR heeft mensen in slaap gesust omdat er geen aanleiding was om grondig na te denken over de aard van de werkrelatie, stelt Van Breda. ‘Neem de zzp'er die al zes tot tien jaar via dezelfde intermediair voor dezelfde bank werkt. Feitelijk bestaat er dan nauwelijks meer verschil tussen hem en medewerkers in loondienst. We hebben ook twee lassers gesproken die als zelfstandigen respectievelijk al dertien en twintig jaar voor dezelfde scheepswerf werken. Die werf is blij met hun vakmanschap en zij zijn blij omdat ze als zzp'er beter betaald krijgen dan werknemers volgens de cao. Dat zijn dus groepen die groot risico lopen hun status als zelfstandige te verliezen.’
Ook opdrachtgevers zijn zich achter de oren gaan krabben. Om risico's uit te sluiten, overwegen sommigen de zzp'ers die zij inhuren op te leggen dat zij voortaan via een intermediair moeten werken. Zo werd eind januari bekend dat publieke omroep NTR intern had geopperd freelance cameramensen alleen nog maar via derden in te huren. Hr- en payrollbedrijf Tentoo meldt desgevraagd dat de belangstelling voor zijn diensten sterk is toegenomen (zie kader).
Gedwongen moeten uitwijken naar een payrollconstructie of een klant vaarwel zeggen: dat is precies waar kleine zelfstandigen bang voor zijn. Het is nog maar de vraag of zij de extra kosten die zo'n constructie met zich meebrengt, kunnen doorberekenen in hun tarief. En met een teveel aan opdrachten via payroll (wat geldt als dienstverband) raken zij hun zelfstandigenaftrek of mkb-winstvrijstelling kwijt.
Papierwinkel
Daarnaast zijn zzp'ers beducht voor de papierwinkel die de nieuwe wet met zich meebrengt. ‘Pfff, voor iedere opdracht een nieuwe overeenkomst, zo werkt dat niet bij mij’, verzucht een tekstschrijver. 'Nu krijg ik een telefoontje van "kun je deze klus morgen afhebben?"' In de praktijk zal de administratie wel meevallen, denkt Limburg. ‘Als je schriftelijk of per e-mail met je opdrachtgever afspreekt volgens welke overeenkomst jullie werken, onder vermelding van het contractnummer, dan is dat volgens de Belastingdienst voldoende.’
Wie slim is pakt de modelovereenkomst die bij zijn werkzaamheden past en vult die aan met zijn leveringsvoorwaarden. Regel in die overeenkomst ook in hoeverre je zelf aansprakelijk bent, adviseert Van der Zande. ‘Je kunt dat bijvoorbeeld vaststellen op het bedrag dat gedekt wordt door je beroepsaansprakelijkheidsverzekering.’ Legt de opdrachtgever je zelf een modelcontract voor, weet dan dat je kunt onderhandelen over de niet-kernbedingen. Vergelijk het nummer van het contract met het exemplaar op de site van de Belastingdienst. ‘De niet-gele delen mag je veranderen, mits de strekking van de geel gemarkeerde kernbedingen niet wordt aangetast.’
Vervolgens kun je de door jou gekozen overeenkomst op je site plaatsen en ernaar verwijzen, of die als bijlage meesturen bij het aannemen van een nieuwe opdracht. Let wel op dat je bij het nader omschrijven van de aard van de werkzaamheden geen beperkingen opneemt die de kernbedingen onderuit halen. ‘Bijvoorbeeld dat je je kunt laten vervangen, maar dan uit een met de opdrachtgever afgestemde poule van mensen: dan is er geen sprake meer van vrije vervanging.' Wel kunnen objectieve eisen worden opgenomen met betrekking tot bijvoorbeeld relevante diploma's.
Van der Zande raadt verder aan altijd een clausule op te nemen die eist dat de opdrachtgever je op de hoogte stelt als de fiscus een naheffing oplegt. ‘Stel dat de Belastingdienst besluit dat er toch sprake is van een inhoudingsplichtige arbeidsrelatie’, zegt hij. ‘Dan moet je dat op tijd weten, want bezwaar daartegen indienen moet binnen een bepaalde termijn. Klopt de fiscus bij je opdrachtgever aan en stelt die jou niet op de hoogte, dan loop jij het gevaar van een naheffing tot misschien wel twee jaar later, waar je helemaal niet op had gerekend.’
Ten slotte ben je als zelfstandige niet verplicht om met een modelcontract te werken, net zoals de VAR niet verplicht was. Maar net als bij de Var is de kans groot dat de opdrachtgever wel om zo'n contract zal vragen of je er eentje voorlegt. Het is onwaarschijnlijk dat je daar als zzp'er niet mee te maken krijgt, dus je kunt je er maar beter in verdiepen. En de overgangsperiode gebruiken om boetevrij droog te zwemmen.
De freelance vertaler
Saskia Droge* (53) werkt al ruim 15 jaar als vertaler, tot nu toe met een VAR-wuo (winst uit onderneming). ‘Ik maak voornamelijk commerciële teksten voor de toeristische industrie, maar ondertitel ook tv-programma's. Afgelopen jaar had ik in totaal zes verschillende klanten. Dit jaar heb ik er tot dusver vijf, waarvan drie grote, vaste opdrachtgevers. Ik heb hen al gevraagd hoe zij denken om te gaan met de nieuwe wetgeving, maar zij weten het nog niet. De Nederlandse vertaalbureaus waar ik soms mee werk, hebben mijn vragen nog niet beantwoord. Zelfs de klanten die steevast een Var vroegen, zijn er nog niet uit. Ik overweeg nu een basiscontract op te stellen aan de hand van wat er op de site van de Belastingdienst staat, en daarmee mijn vaste opdrachtgevers te benaderen. Aan de andere kant hoor ik dat een modelcontract voor vertalers niet nodig zou zijn. Ik vind hete zelf ook nogal vaag allemaal. Ik ben van nature een beetje braaf en wil me aan de regels houden, maar dit is verwarrend. Uit mijn jaarrekening en aangifte inkomstenbelasting zal sowieso blijken dat ik ondernemer ben, dus waar is een modelcontract dan voor nodig? Eén voordeel van de nieuwe wet is dat ik straks geen nieuwe Var hoef aan te vragen. Ik heb er eentje voor vertaal- en ondertitelingsdiensten, maar maak kans op een schrijfklus. Volgens het oude systeem zou ik daar een aparte Var voor moeten aanvragen, maar nu hoeft dat niet meer.'
De interim projectmanager
Nelis Peters* (47) is sinds 2004 interim manager, project manager en adviseur. ‘Ik werk veel voor gemeenten of voor Wsw-bedrijven. Het werk varieert: soms word ik gevraagd als interim manager, soms word ik ingehuurd om een vastgesteld project uit te voeren of voor een adviesklus. Afhankelijk van de opdracht kan ik twee à drie maanden tot soms wel een half jaar bij een opdrachtgever werken en tussendoor geef ik workshops en presentaties. De Var gaf mij zekerheid vooraf, iets wat de nieuwe modelovereenkomst niet kan bieden. Je kunt wel bij zo'n overeenkomst precies en goed omschrijven wat de werkzaamheden inhouden, maar juist met dit werk kunnen dingen wegens voortschrijdend inzicht veranderen gaandeweg de rit. Bij controle achteraf loop je dan het risico op naheffingen. Erger nog, je loopt reputatieschade op. Opdrachtgevers willen niet allemaal controleurs over de vloer krijgen. Een aantal gemeenten zegt dan ook voortaan alleen via bemiddelingsbureaus te gaan werken. Dat zal ten koste gaan van mijn tarief, want de gemeente moet zich binnen de bestaande bandbreedtes houden. En die bureaus zijn bezig de risico's af te wentelen: ik hoor uit mijn omgeving dat zelfstandigen ervoor moeten tekenen dat zij eventuele naheffingen volledig zullen dragen. Ik overweeg nu serieus om toch een eigen bv op te richten, vanuit mijn eenmansbedrijf of met iemand anders die op hetzelfde terrein werkt. Zo beperk ik mijn risico's. Maar ik ben er nog niet helemaal uit, het is een radicale stap. Ik blijf de discussie heel nauwgezet volgen.’
De subsidiespecialist
Alex Beek (55) is nu tien jaar zelfstandig subsidieaanvrager en maakt zich absoluut niet druk over de nieuwe wetgeving voor zzp’ers. ‘Var, waar staat dat eigenlijk voor?’
‘Ik verzorg al jaren de subsidieaanvragen voor het midden- en kleinbedrijf in uiteenlopende sectoren. Van high-tech, IT, agrifood, tot de retail en het onderwijs Al die tijd heeft er nog nooit één opdrachtgever gevraagd naar een Var. Ik heb die verklaring dus nog nooit aangevraagd. Voor veel van mijn klanten regel ik jaarlijks regionale, nationale of Europese subsidies. Het interessants zijn technische innovatiesubsidies. Daarvoor moet ik diep in het productieproces van de betrokken onderneming duiken.
‘Ongeveer de helft van mijn omzet haal ik binnen op basis van een vast uurtarief. De andere helft van mijn omzet komt voort uit ‘no cure no pay-opdrachten’. Daar werken veel subsidieadviseurs mee. Over mijn belastingaangiftes heeft de Belastingdienst nog nooit een vraag gesteld.
‘Bezorgd dat mijn klanten alsnog om een overeenkomst van opdracht onder de nieuwe DBA-wetgeving gaan vragen, ben ik niet. Tot dusver heeft nog geen enkele opdrachtgever daar om gevraagd. Ik ga gewoon op de oude voet door zolang niemand daar moeite mee heeft. Het is overduidelijk dat ik zelfstandig ondernemer ben. Ik maak me hier absoluut niet druk over.’
* Uit commerciële overwegingen wilden sommige geïnterviewden niet met hun echte naam in de krant. Hun namen zijn bij de redactie bekend
‘Sinds een week of vijf, zes krijgen we veel vragen van zzp’ers en bedrijven over de wet DBA en de modelovereenkomst als opvolger van de Var.’ Aan het woord is Paul den Ronden, algemeen directeur bij Tentoo. De onderneming verleent administratieve diensten aan zzp’ers, biedt diverse vormen van payrolling aan en adviseert in HR-kwesties.
Den Ronden bedient dus zowel zzp’ers als hun opdrachtgevers. Hij verwacht meer vraag van bedrijven als gevolg van de nieuwe regelgeving. ‘Bedrijven sluiten grote financiële risico’s uit door hun freelancers bij ons onder te brengen. Stel dat een bedrijf nu een omzet heeft van €100 mln waarvan zzp’ers de helft voor hun rekening nemen, €50 mln dus. Die bedrijven bestaan, bijvoorbeeld in de mediasector. Stel eveneens dat deze onderneming een nettowinst van €5 mln maakt. Wanneer onder de DBA-regeling de fiscus langs komt en de zzp’ers de facto werknemers zijn, dan krijgt het bedrijf een navordering plus boete van pakweg €50 mln. Waar halen ze dat geld vandaan? Onder de nieuwe regeling moeten zij namelijk bij overtreding achteraf alsnog de loonbelasting en werknemersverzekeringen afdragen. Dat kost een opdrachtgever de kop.’
Dus kiezen bedrijven eieren voor hun geld en brengen hun huidige zzp’ers onder bij bedrijven als Tentoo. Die dragen dan loonbelasting en sociale premies af. Voor de zzp’er betekent dit dat hij of zij voor dat deel van zijn werkzaamheden werknemer is.’
Veel zzp’ers zullen daarvan balen, omdat zij, afhankelijk van hun overige werkzaamheden niet meer in aanmerking komen voor de fiscale douceurtjes waar zij als volledige zzp’er wel recht op hebben. Maar in de meeste gevallen hebben ze niet te kiezen. Opdrachtgevers hebben vaak keuze genoeg en zullen enkel met die zzp’ers in zee gaan, die er zelf voor kiezen om via payrolling te werken.
Tentoo heeft al een bestand van meer dan 10.000 zzp’ers die op eigen initiatief in deze payroll –variant in de boeken staan. ‘Het is een normale arbeidsovereenkomst., maar de zzp’er haalt zelf de opdrachten binnen tegen het afgesproken tarief plus een kostenvergoeding voor onze dienstverlening. Tentoo rekent 6% van het factuurbedrag voor haar dienstverlening. Ook kan de (semi)zelfstandige ondernemer besluiten om via ons een pensioen op te bouwen. Daarvoor zijn wij in zee gegaan met Brand New Day. Die levert het beste maatwerk’, stelt den Ronden.
Het risico dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst en geen zelfstandige ondernemer verandert onder de nieuwe DBA-regeling overigens niet, zo stelt Den Ronden. 'Ook onder de Var was dat er. Alleen voor de werkgever vormde de Var voldoende garantie dat zij niet voor onaangename navorderingen opdraaiden. Het was de opdrachtnemer die hier de klos was als bleek dat hij eigenlijk fungeerde als werknemer.'
Den Ronden erkent dat de opdrachtgever in de dagelijkse praktijk ervoor moet zorgen dat er geen sprake is van een gezagsverhouding met de zzp’er. 'Van grootscheepse controles door de fiscus was tot dusver geen sprake. Maar door het fiscale risico nu voor een deel naar de werkgever te verschuiven, kan de Belastingdienst efficiënter controleren.'
Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
5 reacties
Goed dat men nu ook adviseert naar leveringsvoorwaarden te gaan kijken. Regel daarin de mogelijkheid jezelf te vervangen zou ik willen adviseren. Indien het geen verplichte persoonlijke arbeid is kan Gezag Arbeid Loon ook niet van toepassing zijn. Let wel op, loonbetaling is ook loonbetaling door middel van derden waarbij dus de veel gekozen oplossing dan via een broker te gaan inhuren niet per definitie een oplossing is.
ik weet het niet meer.
dat voorbeeld met de postbezorgers kan alleen maar omdat regels tweeërlei uitlegbaar zijn.
Als voorbeeld: Het is ons gelukt om in één wet uit te leggen hoe de Nederlandse bodem gesaneerd moet worden. Met allerlei kleinere en grotere regeltjes, voorwaarden, protocollen en cerificaten. Er is op die manier precies geregeld in wanneer een tuintje veilig is en wanneer niet.
Waarom kan die moeite niet gedaan worden voor de belangrijkste economische factor van Nederland: Arbeid.
De fiscus maakt het mij niet makkelijker en ook niet leuker.
Maar misschien vinden ze het wel leuk, om zich overal makkelijk vanaf te maken.
Goed verhaal dat overzicht geeft
Opmerking/commentaar t.a.v. één-na-laatste alinea (Van der Zande onder het kopje 'Papierwinkel'): "Klopt de fiscus bij je opdrachtgever aan en stelt die jou niet op de hoogte, dan loop jij het gevaar van een naheffing tot misschien wel twee jaar later, waar je helemaal niet op had gerekend."
Echter, zie uitspraak HR 11/01/2008, JAR 2008/38: een opdrachtnemer moet zich wel kunnen verweren. In dit arrest werd de vordering van de opdrachtgever afgewezen o.g.v. de redelijkheid en billijkheid. Een opdrachtgever moet de opdrachtnemer in kennis te stellen van de beslissing van de Belastingdienst, van het ingediende bezwaar, van de beslissing daarop en van de keuze om al dan niet in bezwaar en (hoger) beroep te gaan. De opdrachtnemer mag met andere woorden niet voor een onvoldongen feit worden geplaatst.
ik bedoel, voor een 'voldongen' feit ;)
Reactie niet ok? Meld misbruik bij de redactie.